Jezelf onterecht slachtoffer maken lijkt steeds effectiever te worden
Bron : Het Parool - door : Theodor Holman - 21 september 2016
Theodor Holman © Wolff
Bron : Het Parool - door : Theodor Holman - 21 september 2016
Theodor Holman © Wolff
Column - Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column.
Lesbos. Wat daar precies is gebeurd, is nog onbekend, maar in een asielzoekerscentrum was brand uitgebroken en die was aangestoken door de enkele asielzoekers zelf. Iets beviel ze niet. Het is gedrag dat kinderen van vijf ook vertonen, zo weet ik.
Je verbiedt een kind dat hij uit onvrede met een autootje gooit, hij luistert niet, je straft hem, en dan begint hij zo hartverscheurend te huilen dat jij je, als ouder of grootouder, schuldig voelt, terwijl je niets fout hebt gedaan. Volwassenen gooien niet met speelgoedautootjes. Die steken uit onvrede het asielzoekerscentrum in brand om daarmee te eisen dat de omstandigheden verbeteren of iets anders af te dwingen. Misschien zijn die eisen wel terecht. Maar dat asielzoekerscentrum fikt af en nu zit een groot deel van die asielzoekers verstoken van eten, drinken en verzorging. Je ziet de arme drommels en je voelt je schuldig. Dit kan zo niet, denk je. Maar in feite is je schuldgevoel afgedwongen en daardoor onterecht. Zo is je schuldgevoel omdat je je kind hebt gestraft, ook onterecht. Dat kind moet zich schuldig voelen. Die asielzoekers verdienen straf.
Jezelf onterecht slachtoffer maken lijkt een steeds effectievere tactiek te worden om iets te bereiken. Wie slachtoffer is, roept namelijk medelijden op. En het is verdomde moeilijk om te zeggen: het spijt me, maar mijn medelijden en mijn schuldgevoel zijn onterecht, dus ik heb het niet. Want terecht of niet terecht: een slachtoffer is een slachtoffer. En bij het zien van een slachtoffer hoort een rotgevoel. Ik heb een keer een hongerstaker bezocht die er slecht aan toe was en ik merkte dat ik kwaad werd. Je wil niemand laten verhongeren. De hongerstaker oefende amorele druk uit door ons verantwoordelijk te maken voor zijn eventuele dood. Zo ben ik ook kwaad op die asielzoekers. Door voor zichzelf hun ellende te vergroten, zorgen ze ervoor dat ik me, ten onrechte, ellendig voel. Mijn kwaadheid maakt me uiteindelijk kil, want ik verafschuw mijn onterechte medelijden en verzet me er bewust tegen. De noden van de asielzoekers raken me daardoor minder en minder. De gedachte: jullie zijn nu nog slechter af en dat is jullie eigen schuld, begint te overheersen, en wordt gestut door de wetenschap dat die opvatting niet onterecht is. Zo verharden we. Onze vermeende ongevoeligheid wordt echte ongevoeligheid als slachtoffers hun slachtofferschap expres vergroten.
Lesbos. Wat daar precies is gebeurd, is nog onbekend, maar in een asielzoekerscentrum was brand uitgebroken en die was aangestoken door de enkele asielzoekers zelf. Iets beviel ze niet. Het is gedrag dat kinderen van vijf ook vertonen, zo weet ik.
In feite is je schuldgevoel afgedwongen en daardoor onterecht
Theodor Holman
Je verbiedt een kind dat hij uit onvrede met een autootje gooit, hij luistert niet, je straft hem, en dan begint hij zo hartverscheurend te huilen dat jij je, als ouder of grootouder, schuldig voelt, terwijl je niets fout hebt gedaan. Volwassenen gooien niet met speelgoedautootjes. Die steken uit onvrede het asielzoekerscentrum in brand om daarmee te eisen dat de omstandigheden verbeteren of iets anders af te dwingen. Misschien zijn die eisen wel terecht. Maar dat asielzoekerscentrum fikt af en nu zit een groot deel van die asielzoekers verstoken van eten, drinken en verzorging. Je ziet de arme drommels en je voelt je schuldig. Dit kan zo niet, denk je. Maar in feite is je schuldgevoel afgedwongen en daardoor onterecht. Zo is je schuldgevoel omdat je je kind hebt gestraft, ook onterecht. Dat kind moet zich schuldig voelen. Die asielzoekers verdienen straf.
Het is verdomde moeilijk om te zeggen: het spijt me, maar mijn medelijden en mijn schuldgevoel zijn onterecht
Theodor Holman
Jezelf onterecht slachtoffer maken lijkt een steeds effectievere tactiek te worden om iets te bereiken. Wie slachtoffer is, roept namelijk medelijden op. En het is verdomde moeilijk om te zeggen: het spijt me, maar mijn medelijden en mijn schuldgevoel zijn onterecht, dus ik heb het niet. Want terecht of niet terecht: een slachtoffer is een slachtoffer. En bij het zien van een slachtoffer hoort een rotgevoel. Ik heb een keer een hongerstaker bezocht die er slecht aan toe was en ik merkte dat ik kwaad werd. Je wil niemand laten verhongeren. De hongerstaker oefende amorele druk uit door ons verantwoordelijk te maken voor zijn eventuele dood. Zo ben ik ook kwaad op die asielzoekers. Door voor zichzelf hun ellende te vergroten, zorgen ze ervoor dat ik me, ten onrechte, ellendig voel. Mijn kwaadheid maakt me uiteindelijk kil, want ik verafschuw mijn onterechte medelijden en verzet me er bewust tegen. De noden van de asielzoekers raken me daardoor minder en minder. De gedachte: jullie zijn nu nog slechter af en dat is jullie eigen schuld, begint te overheersen, en wordt gestut door de wetenschap dat die opvatting niet onterecht is. Zo verharden we. Onze vermeende ongevoeligheid wordt echte ongevoeligheid als slachtoffers hun slachtofferschap expres vergroten.