Boek dat oproept homo's te doden nog steeds verkrijgbaar in Brussel
Bon : Zizo.be - door : Dennis De Roover - 15 april 2016
Bon : Zizo.be - door : Dennis De Roover - 15 april 2016
‘De weg van de moslim’, een boek dat oproept om homo’s te doden door hen van gebouwen te gooien en te stenigen, kan je vrij verkrijgen in een salafistisch centrum in Brussel, stelden Stefaan Meerbergen en Diederik Demuynck vast in een reportagereeks over het salafisme die ze voor ‘Terzake’ maakten. Een proces voeren tegen de publicatie van het boek is in de praktijk niet mogelijk door het verouderde artikel 150 van de Grondwet over persmisdrijven.
Exact staat er in ‘De weg van de moslim’ over homo’s: “Ibn Abbès zei: men zoekt de hoogste constructie, waarvan men ze vanaf het terras met het hoofd naar beneden gooit, vervolgens doodt men ze met stenen.” Het voorbije jaar waren er verscheidene berichten uit Syrië en Irak dat IS homo’s executeerde door ze van gebouwen te duwen en te stenigen. In Terzake wordt er nochtans op gewezen dat salafisme het terrorisme afzweert en zich nadrukkelijk afzet tegen IS. Sulayman Van Ael, die zelf een tijd salafist was, verwerpt het citaat. “Dat staat in ‘De weg van de moslim’, in de boekenwinkels hier verkrijgbaar. Wat hebben wij de jongeren van IS zien doen met de homoseksuelen in Syrië? Van een gebouw gooien, met het hoofd naar beneden en er stenen op gooien. Deze handeling was misschien van jongeren die hier zijn grootgebracht, omdat ze dat hier in boekenwinkels hebben kunnen vinden. Ze zeggen dan tegen mij. Sulayman, je overdrijft, of Sulayman, je moet onze gebreken niet blootgeven, hou het in de doofpot. Ik zeg nee! Want uiteindelijk worden we daar allemaal het slachtoffer van.” Sulayman is geen salafist meer. Hij stapte uit die fundamentalistische stroming binnen de soennitische islam omdat hij de haat van het salafisme tegenover andere moslims beu was.
Ophef over boek niet nieuw
'De weg van de moslim' is een publicatie van Uitgeverij Project Dien, een Nederlandse uitgeverij in Leiden. De ophef over het boek is niet nieuw. In 2004 werd er in België al gereageerd op het boek vanuit de Homoliga, een organisatie die intussen niet meer bestaat. De Homoliga vond dat het boek homo’s viseerde en noemde het boek bovendien “een enorme kaakslag voor de islamitische homogemeenschap”. “We pikken het niet meer dat onder het mom van godsdienstvrijheid wordt aangezet tot homohaat”, liet Wel Jong Niet Hetero op haar beurt verstaan bij monde van hun toenmalige woordvoerder Sven Pichal. Wel Jong Niet Hetero en de Homoliga dienden een klacht in bij het toenmalige Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding.
Vrijheid van meningsuiting of aanzetten tot geweld?
De discussie roept vragen op over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting. Die vrijheid houdt in dat iemand in het openbaar meningen of ideeën mag uiten waarmee anderen het niet eens zijn of die zelfs kwetsend zijn voor een bepaalde groep in de samenleving. De vrijheid van meningsuiting is een fundamenteel recht, maar het recht is niet absoluut. Wanneer iemand bijvoorbeeld aanzet tot discriminatie, haat of geweld, is er een probleem. Dan gaat het niet meer om het publiekelijk verkondigen van een mening maar wel om het aanzetten tot geweld in het openbaar. Het gebeurt bijvoorbeeld wanneer iemand via pamfletten oproept om homo’s te vermoorden. ‘De weg van de moslim’ roept op om homo’s te doden. Het citaat gaat in die zin verder dan het uiten van een mening. Gelovige moslims worden immers opgeroepen om homo’s te doden. Waar de grens precies ligt tussen vrije meningsuiting en aanzetten tot discriminatie, haat of geweld, bepaalt de rechter. Hij houdt daarbij rekening met de context, de bedoeling van de spreker en het gebruikte medium.
Persmisdrijven
Het antwoord van het toenmalige Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, vandaag Unia, op de klachten van de Homoliga en Wel Jong Niet Hetero was dat er in het geval van het bewuste boek sprake was van een persmisdrijf. Persmisdrijven komen voor het Hof van Assisen. Het Hof van Assisen interpreteert het begrip 'persmisdrijf' echter eng, waardoor er erg weinig misdrijven onder vallen. Op die manier wil men vermijden dat men de dure, omslachtige procedure voor het Hof van Assisen moet volgen. Daardoor gaan daders van niet-racistische persmisdrijven vrijuit. Racistische persmisdrijven vormen een uitzondering doordat in 1999 artikel 150 van de Grondwet werd aangepast. Racistische persmisdrijven komen daardoor voor de correctionele rechtbank en worden wel behandeld. Unia keurt af dat persmisdrijven waarbij sprake is van homohaat in de praktijk niet worden behandeld. In haar verkiezingsmemorandum in het voorjaar van 2014 riep de organisatie, die toen nog het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding heette, op tot actie. “Voor het Centrum is het moeilijk te vatten en te verdedigen dat aanzetten tot haat, geweld of discriminatie op grond van de seksuele geaardheid minder strafbaar is dan aanzetten tot haat, geweld of discriminatie op basis van raciale criteria. Het Centrum wil dan ook dat artikel 150 van de Grondwet wordt herzien.”
Unia roept op tot parlementair debat
In een antwoord op een vraag van de ZiZo-redactie naar aanleiding van reportage in Terzake roept Unia op om zo snel mogelijk een parlementair debat over artikel 150 van de Grondwet te starten. “Het moet mogelijk zijn om haatdragende persmisdrijven op alle discriminatiegronden in de praktijk voor de rechter te krijgen. Of dat nu gaat over haatmisdrijven in de pers op grond van seksuele geaardheid, geloof, taal, sociale afkomst of eender welke andere discriminatiegrond”, laat persverantwoordelijke Bram Sebrechts van Unia weten. “Eigenlijk is het toch wrang dat 12 jaar nadat de holebi- en transgenderbeweging de beruchte passages in het boek aankaartte we nog steeds in dezelfde situatie verkeren en we politici moeten wijzen op de beperkingen die het huidige artikel 150 met zich meebrengt.” Çavaria is tevreden dat Unia haar gekende eis opnieuw bevestigt. "Onze organisatie vraagt dat artikel 150 van de Grondwet wordt herzien, zodat drukpersmisdrijven ingegeven door discriminatie door de correctionele rechtbank beoordeeld kunnen worden", zegt çavaria-woordvoerder Jeroen Borghs. "Zo krijgen we juridische instrumenten om iets te ondernemen tegen persmidrijven waarbij opgeroepen wordt tot haat en geweld tegen holebi's en transgenders."
Exact staat er in ‘De weg van de moslim’ over homo’s: “Ibn Abbès zei: men zoekt de hoogste constructie, waarvan men ze vanaf het terras met het hoofd naar beneden gooit, vervolgens doodt men ze met stenen.” Het voorbije jaar waren er verscheidene berichten uit Syrië en Irak dat IS homo’s executeerde door ze van gebouwen te duwen en te stenigen. In Terzake wordt er nochtans op gewezen dat salafisme het terrorisme afzweert en zich nadrukkelijk afzet tegen IS. Sulayman Van Ael, die zelf een tijd salafist was, verwerpt het citaat. “Dat staat in ‘De weg van de moslim’, in de boekenwinkels hier verkrijgbaar. Wat hebben wij de jongeren van IS zien doen met de homoseksuelen in Syrië? Van een gebouw gooien, met het hoofd naar beneden en er stenen op gooien. Deze handeling was misschien van jongeren die hier zijn grootgebracht, omdat ze dat hier in boekenwinkels hebben kunnen vinden. Ze zeggen dan tegen mij. Sulayman, je overdrijft, of Sulayman, je moet onze gebreken niet blootgeven, hou het in de doofpot. Ik zeg nee! Want uiteindelijk worden we daar allemaal het slachtoffer van.” Sulayman is geen salafist meer. Hij stapte uit die fundamentalistische stroming binnen de soennitische islam omdat hij de haat van het salafisme tegenover andere moslims beu was.
Ophef over boek niet nieuw
'De weg van de moslim' is een publicatie van Uitgeverij Project Dien, een Nederlandse uitgeverij in Leiden. De ophef over het boek is niet nieuw. In 2004 werd er in België al gereageerd op het boek vanuit de Homoliga, een organisatie die intussen niet meer bestaat. De Homoliga vond dat het boek homo’s viseerde en noemde het boek bovendien “een enorme kaakslag voor de islamitische homogemeenschap”. “We pikken het niet meer dat onder het mom van godsdienstvrijheid wordt aangezet tot homohaat”, liet Wel Jong Niet Hetero op haar beurt verstaan bij monde van hun toenmalige woordvoerder Sven Pichal. Wel Jong Niet Hetero en de Homoliga dienden een klacht in bij het toenmalige Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding.
Vrijheid van meningsuiting of aanzetten tot geweld?
De discussie roept vragen op over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting. Die vrijheid houdt in dat iemand in het openbaar meningen of ideeën mag uiten waarmee anderen het niet eens zijn of die zelfs kwetsend zijn voor een bepaalde groep in de samenleving. De vrijheid van meningsuiting is een fundamenteel recht, maar het recht is niet absoluut. Wanneer iemand bijvoorbeeld aanzet tot discriminatie, haat of geweld, is er een probleem. Dan gaat het niet meer om het publiekelijk verkondigen van een mening maar wel om het aanzetten tot geweld in het openbaar. Het gebeurt bijvoorbeeld wanneer iemand via pamfletten oproept om homo’s te vermoorden. ‘De weg van de moslim’ roept op om homo’s te doden. Het citaat gaat in die zin verder dan het uiten van een mening. Gelovige moslims worden immers opgeroepen om homo’s te doden. Waar de grens precies ligt tussen vrije meningsuiting en aanzetten tot discriminatie, haat of geweld, bepaalt de rechter. Hij houdt daarbij rekening met de context, de bedoeling van de spreker en het gebruikte medium.
Persmisdrijven
Het antwoord van het toenmalige Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, vandaag Unia, op de klachten van de Homoliga en Wel Jong Niet Hetero was dat er in het geval van het bewuste boek sprake was van een persmisdrijf. Persmisdrijven komen voor het Hof van Assisen. Het Hof van Assisen interpreteert het begrip 'persmisdrijf' echter eng, waardoor er erg weinig misdrijven onder vallen. Op die manier wil men vermijden dat men de dure, omslachtige procedure voor het Hof van Assisen moet volgen. Daardoor gaan daders van niet-racistische persmisdrijven vrijuit. Racistische persmisdrijven vormen een uitzondering doordat in 1999 artikel 150 van de Grondwet werd aangepast. Racistische persmisdrijven komen daardoor voor de correctionele rechtbank en worden wel behandeld. Unia keurt af dat persmisdrijven waarbij sprake is van homohaat in de praktijk niet worden behandeld. In haar verkiezingsmemorandum in het voorjaar van 2014 riep de organisatie, die toen nog het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding heette, op tot actie. “Voor het Centrum is het moeilijk te vatten en te verdedigen dat aanzetten tot haat, geweld of discriminatie op grond van de seksuele geaardheid minder strafbaar is dan aanzetten tot haat, geweld of discriminatie op basis van raciale criteria. Het Centrum wil dan ook dat artikel 150 van de Grondwet wordt herzien.”
Unia roept op tot parlementair debat
In een antwoord op een vraag van de ZiZo-redactie naar aanleiding van reportage in Terzake roept Unia op om zo snel mogelijk een parlementair debat over artikel 150 van de Grondwet te starten. “Het moet mogelijk zijn om haatdragende persmisdrijven op alle discriminatiegronden in de praktijk voor de rechter te krijgen. Of dat nu gaat over haatmisdrijven in de pers op grond van seksuele geaardheid, geloof, taal, sociale afkomst of eender welke andere discriminatiegrond”, laat persverantwoordelijke Bram Sebrechts van Unia weten. “Eigenlijk is het toch wrang dat 12 jaar nadat de holebi- en transgenderbeweging de beruchte passages in het boek aankaartte we nog steeds in dezelfde situatie verkeren en we politici moeten wijzen op de beperkingen die het huidige artikel 150 met zich meebrengt.” Çavaria is tevreden dat Unia haar gekende eis opnieuw bevestigt. "Onze organisatie vraagt dat artikel 150 van de Grondwet wordt herzien, zodat drukpersmisdrijven ingegeven door discriminatie door de correctionele rechtbank beoordeeld kunnen worden", zegt çavaria-woordvoerder Jeroen Borghs. "Zo krijgen we juridische instrumenten om iets te ondernemen tegen persmidrijven waarbij opgeroepen wordt tot haat en geweld tegen holebi's en transgenders."