'Wij mensen hebben geen vrije wil'
Bron : Trouw - door : Peter Henk Steenhuis - 26 oktober 2010
Bron : Trouw - door : Peter Henk Steenhuis - 26 oktober 2010
Hersenwetenschappers zijn het stilaan eens: de vrije wil bestaat niet. Klopt dit, en zo ja, wat zijn de gevolgen van een onvrije wil?
Het is bijna anderhalve eeuw geleden dat Friedrich Nietzsche zijn dolle mens liet zeggen: ’God is dood! God blijft dood! En wij hebben hem gedood!’ De echo van zijn woorden heeft minstens een eeuw nagegalmd.
Maar nu klinkt er een nieuw verontrustend geluid. Ditmaal is het geen domineeszoon en filosoof die de wereld opschudt maar luiden neurowetenschappers de alarmbel. Dat doen ze al enkele decennia, maar sinds kort klinkt hun boodschap in de boekentop-10 en bijlages van kranten: wij mensen hebben geen vrije wil. Ook het eindexamenonderwerp voor het vwo gaat volgend jaar over de vrije wil. ’Hoezo vrije wil?’ heet de begeleidende bundel die uitgeverij Lemniscaat samen met het examenboek in januari 2011 publiceert.
Oude wijn in nieuwe zakken, zo lijkt het. Want de discussie over de vrije wil is zo oud als de filosofie zelf. Sinds Aristoteles hebben filosofen zich gebogen over de vraag of wij, rationeel handelende personen, bewust controle kunnen uitoefenen over onze eigen daden en beslissingen. Alle mogelijke antwoorden zijn de revue gepasseerd, maar altijd bleef de vraag van belang naar het verband tussen vrijheid en oorzakelijkheid. De diverse filosofische stromingen verschillen van mening over determinisme – alles wat gebeurt moet zo gebeuren – versus indeterminisme. En als gebeurtenissen noodzakelijkerwijs plaatsvinden, sluit dit dan vrijheid uit, of toch niet?
Het verschil tussen de huidige discussie en die van vroeger zit in de bewijzen, die komen nu namelijk uit de hersenwetenschappen. Een van de pioniers op dit gebied was Benjamin Libet (1916-2007), een Amerikaanse neurofysioloog. Hij verwierf bekendheid met experimenten die de zogenaamde ’bewustzijnsvertraging van een halve seconde’ lieten zien. Libet ontdekte dat een handeling ongeveer 200 milliseconden plaatsvindt voordat wij ons ervan bewust worden. Zijn conclusie: handelen gaat aan denken vooraf. Wij hebben geen vrije wil, we kunnen hooguit ja of nee zeggen tegen de neurologische impulsen die in onze hersenen ontstaan.
De recente publiciteit rond de vrije wil in Nederland begon eind vorig jaar met de vertaling van ’The Illusion of Conscious Will’ van de psycholoog Daniël M. Wegner. Wegner noemt de vrije wil een illusie, maar wel een die dient als gids voor het begrijpen van onszelf en voor de ontwikkeling van verantwoordelijkheidsgevoel en moraliteit. De illusie van de bewuste wil helpt ons om ons handelen te herinneren en op waarde te schatten. De illusie van de bewuste wil heeft dan ook grote invloed op onze levens.
Onzin, meent Victor Lamme, hoogleraar cognitieve neurowetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Lamme publiceerde dit jaar ’De vrije wil bestaat niet’, dat inmiddels aan zijn achtste druk toe is. De vrije wil is helemaal geen zinnige illusie, maar een oud mannetje dat op een bankje zit te kijken naar wat er allemaal om hem heen gebeurt. Of nog erger, ons zelfbewustzijn is een kwebbeldoos waar weinig van te verwachten valt. Ons Ware Ik is volgens Lamme niet ons zelfbewustzijn maar het machtige brein zelf. In een interview zei Lamme onlangs: „Er is geen keihard bewijs dat bewustzijn nooit invloed heeft op je handelen. Maar er is zoveel bewijs dat mensen sterk worden beïnvloed door onbewuste prikkels en dat ze meer geregeerd worden door emoties dan door logisch nadenken dat je wel moet concluderen dat de invloed van ons bewustzijn minimaal is.”
Hersenwetenschappers zijn het stilaan eens: de vrije wil bestaat niet. Onze bewuste beslissingen zijn de uitkomst van onbewuste processen waarover we geen ultieme controle hebben. De idee dat een bewust ik aan de knoppen zit, is een illusie.
Klopt dit, en zo ja: wat zijn de gevolgen van een onvrije wil? Met deze vragen zal Trouw zich de komende weken bezighouden. De ontmanteling van de vrije wil zou namelijk vergaande gevolgen kunnen hebben. Nu de mens minder machtig en lucide lijkt te zijn dan we decennialang dachten, kunnen theologen misschien opnieuw vragen stellen over genade, almacht en predestinatie.
In de ethiek rijst de vraag of we nog wel verantwoordelijk zijn voor ons handelen als we er niet bewust voor gekozen hebben. En ook pedagogen zullen wellicht anders tegen hun vakgebied aan gaan kijken. Kunnen wij onze kinderen eigenlijk wel opvoeden tot rationele wezens, die zelf bewust moeten kunnen kiezen?
Of, weer een andere vraag: wat betekent de onvrije wil voor onze opvatting van de geschiedenis? Hoe kijkt een slachtoffer van de Holocaust aan tegen de constatering dat de nazi’s geen keus hadden, althans geen vrije keus. Of is deze conclusie weer te vergaand? Als we geen vrije wil hebben, heeft het dan nog zin elkaar verwijten te maken? Zo niet, welke gevolgen heeft dat voor een relatietherapeut? En kunnen we nog wel juridisch schuldig worden bevonden als de vrije wil een illusie blijkt te zijn?
Over dat laatste onderwerp gooit de moraalfilosoof Jan Verplaetse de knuppel in het hoenderhok. In het boek ’Verwijtloos leven’, dat later dit jaar zal verschijnen, stelt Verplaetse dat we rationeel beschouwd niet langer verantwoordelijk zijn voor of schuldig aan wat we doen of denken. Verantwoordelijkheid vereist immers een vrije wil – die niet bestaat. Maar zonder schuld verliest het recht zijn klassieke grondslag en zonder blaam kan je niemand iets kwalijk nemen.
Over wat dit betekent, spreekt Verplaetse zaterdag in de eerste aflevering van ’De vrije wil is dood’. Want was het rond 1870 bijna onvoorstelbaar dat God mogelijk fictie is; de dood van de vrije wil kon nog wel eens een minstens zo grote schok teweegbrengen in onze cultuur.
Het is bijna anderhalve eeuw geleden dat Friedrich Nietzsche zijn dolle mens liet zeggen: ’God is dood! God blijft dood! En wij hebben hem gedood!’ De echo van zijn woorden heeft minstens een eeuw nagegalmd.
Maar nu klinkt er een nieuw verontrustend geluid. Ditmaal is het geen domineeszoon en filosoof die de wereld opschudt maar luiden neurowetenschappers de alarmbel. Dat doen ze al enkele decennia, maar sinds kort klinkt hun boodschap in de boekentop-10 en bijlages van kranten: wij mensen hebben geen vrije wil. Ook het eindexamenonderwerp voor het vwo gaat volgend jaar over de vrije wil. ’Hoezo vrije wil?’ heet de begeleidende bundel die uitgeverij Lemniscaat samen met het examenboek in januari 2011 publiceert.
Oude wijn in nieuwe zakken, zo lijkt het. Want de discussie over de vrije wil is zo oud als de filosofie zelf. Sinds Aristoteles hebben filosofen zich gebogen over de vraag of wij, rationeel handelende personen, bewust controle kunnen uitoefenen over onze eigen daden en beslissingen. Alle mogelijke antwoorden zijn de revue gepasseerd, maar altijd bleef de vraag van belang naar het verband tussen vrijheid en oorzakelijkheid. De diverse filosofische stromingen verschillen van mening over determinisme – alles wat gebeurt moet zo gebeuren – versus indeterminisme. En als gebeurtenissen noodzakelijkerwijs plaatsvinden, sluit dit dan vrijheid uit, of toch niet?
Het verschil tussen de huidige discussie en die van vroeger zit in de bewijzen, die komen nu namelijk uit de hersenwetenschappen. Een van de pioniers op dit gebied was Benjamin Libet (1916-2007), een Amerikaanse neurofysioloog. Hij verwierf bekendheid met experimenten die de zogenaamde ’bewustzijnsvertraging van een halve seconde’ lieten zien. Libet ontdekte dat een handeling ongeveer 200 milliseconden plaatsvindt voordat wij ons ervan bewust worden. Zijn conclusie: handelen gaat aan denken vooraf. Wij hebben geen vrije wil, we kunnen hooguit ja of nee zeggen tegen de neurologische impulsen die in onze hersenen ontstaan.
De recente publiciteit rond de vrije wil in Nederland begon eind vorig jaar met de vertaling van ’The Illusion of Conscious Will’ van de psycholoog Daniël M. Wegner. Wegner noemt de vrije wil een illusie, maar wel een die dient als gids voor het begrijpen van onszelf en voor de ontwikkeling van verantwoordelijkheidsgevoel en moraliteit. De illusie van de bewuste wil helpt ons om ons handelen te herinneren en op waarde te schatten. De illusie van de bewuste wil heeft dan ook grote invloed op onze levens.
Onzin, meent Victor Lamme, hoogleraar cognitieve neurowetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Lamme publiceerde dit jaar ’De vrije wil bestaat niet’, dat inmiddels aan zijn achtste druk toe is. De vrije wil is helemaal geen zinnige illusie, maar een oud mannetje dat op een bankje zit te kijken naar wat er allemaal om hem heen gebeurt. Of nog erger, ons zelfbewustzijn is een kwebbeldoos waar weinig van te verwachten valt. Ons Ware Ik is volgens Lamme niet ons zelfbewustzijn maar het machtige brein zelf. In een interview zei Lamme onlangs: „Er is geen keihard bewijs dat bewustzijn nooit invloed heeft op je handelen. Maar er is zoveel bewijs dat mensen sterk worden beïnvloed door onbewuste prikkels en dat ze meer geregeerd worden door emoties dan door logisch nadenken dat je wel moet concluderen dat de invloed van ons bewustzijn minimaal is.”
Hersenwetenschappers zijn het stilaan eens: de vrije wil bestaat niet. Onze bewuste beslissingen zijn de uitkomst van onbewuste processen waarover we geen ultieme controle hebben. De idee dat een bewust ik aan de knoppen zit, is een illusie.
Klopt dit, en zo ja: wat zijn de gevolgen van een onvrije wil? Met deze vragen zal Trouw zich de komende weken bezighouden. De ontmanteling van de vrije wil zou namelijk vergaande gevolgen kunnen hebben. Nu de mens minder machtig en lucide lijkt te zijn dan we decennialang dachten, kunnen theologen misschien opnieuw vragen stellen over genade, almacht en predestinatie.
In de ethiek rijst de vraag of we nog wel verantwoordelijk zijn voor ons handelen als we er niet bewust voor gekozen hebben. En ook pedagogen zullen wellicht anders tegen hun vakgebied aan gaan kijken. Kunnen wij onze kinderen eigenlijk wel opvoeden tot rationele wezens, die zelf bewust moeten kunnen kiezen?
Of, weer een andere vraag: wat betekent de onvrije wil voor onze opvatting van de geschiedenis? Hoe kijkt een slachtoffer van de Holocaust aan tegen de constatering dat de nazi’s geen keus hadden, althans geen vrije keus. Of is deze conclusie weer te vergaand? Als we geen vrije wil hebben, heeft het dan nog zin elkaar verwijten te maken? Zo niet, welke gevolgen heeft dat voor een relatietherapeut? En kunnen we nog wel juridisch schuldig worden bevonden als de vrije wil een illusie blijkt te zijn?
Over dat laatste onderwerp gooit de moraalfilosoof Jan Verplaetse de knuppel in het hoenderhok. In het boek ’Verwijtloos leven’, dat later dit jaar zal verschijnen, stelt Verplaetse dat we rationeel beschouwd niet langer verantwoordelijk zijn voor of schuldig aan wat we doen of denken. Verantwoordelijkheid vereist immers een vrije wil – die niet bestaat. Maar zonder schuld verliest het recht zijn klassieke grondslag en zonder blaam kan je niemand iets kwalijk nemen.
Over wat dit betekent, spreekt Verplaetse zaterdag in de eerste aflevering van ’De vrije wil is dood’. Want was het rond 1870 bijna onvoorstelbaar dat God mogelijk fictie is; de dood van de vrije wil kon nog wel eens een minstens zo grote schok teweegbrengen in onze cultuur.