Guusje ter Horst: 'Een opstand van de elite is hard nodig'Bron:
vrijnederland.nl - door: Max van Weezel / Margalith Kleijwegt
Guusje ter HorstVerontwaardigd is de minister van Binnenlandse Zaken: over de uitslag van de Europese verkiezingen, over het gebrek aan respect voor gezagsdragers, over de hetzes van de PVV en de Telegraaf en eigenlijk ook over de onvrede van de Nederlandse burger. 'Je zou verwachten dat mensen het heerlijk vinden om anno 2009 in Nederland te mogen leven.''De Europese verkiezingen waren een klap in ons gezicht. De PvdA heeft meer dan de helft van haar kiezers verloren. Dan kun je wel zeggen: het waren maar Europese verkiezingen. Maar als we hadden gewonnen, was dat excuus niet gebruikt. Wat me vooral zorgen baart is het grote aantal Nederlanders dat nu opeens zegt: Het gedachtengoed van de PVV spreekt me enorm aan. Of: ik heb het helemaal gehad met dit kabinet. Nou, ik ben toevallig lid van dat kabinet en zulke opmerkingen raken me diep. Mensen denken kennelijk dat we hier ter meerdere eer en glorie van onszelf zitten. Hoe komen ze daarbij? Dit kabinet is bezig de problemen van Nederland op te lossen. We steken daar veel tijd en energie in. Als mensen dan zeggen dat het allemaal bagger is, motiveert dat niet echt.'
Denkt u niet: laat de kiezer de zenuwen krijgen?'Ik begrijp niet waarom de bestuurders van dit land zo keihard worden weggezet. Waarom dingen worden gezegd als: het kabinet bakt er helemaal niets van. Het komt voort uit een houding van wantrouwen, daar heb ik moeite mee.'
Op de ovale vergadertafel van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties staat een vrolijk bloemstukje. De geserveerde thee wordt uit Wedgwood servies gedronken, een overblijfsel uit de tijd van haar voorganger Johan Remkes. Minister ter Horst - ze is gekleed in een roze mantelpakje - is zichtbaar geïrriteerd over de verkiezingsuitslag. Ze begrijpt werkelijk niet wat al die mensen die de PvdA de rug toekeerden heeft bezield. Ze weigert het boetekleed aan te trekken.
Begrijpt u niet waar die houding van wantrouwen vandaan komt?'Kritiek kan nuttig zijn, daar kun je van leren. Maar wat je nu hoort zijn allemaal generalisaties die nergens op zijn gebaseerd. De burger laakt terecht de bureaucratisering, de vele regels waar hij geen vat op heeft. Maar dit kabinet is juist bezig die bureaucratie aan te pakken. Minister Hirsch Ballin en ik hebben gezegd: we gaan de criminaliteit en de overlast met vijfentwintig procent verminderen en daar werken we keihard aan. Dat is toch een heldere boodschap?
Er is het sentiment dat mensen aan de top niet te veel mogen verdienen. Nou, ik ben druk bezig de salarissen in de publieke en in de semi-publieke sector aan een maximum te binden. Concreter kan ik toch niet worden?'
De burger wantrouwt alles wat naar de overheid riekt en gedraagt zich daarnaast agressief tegen de dienaren van die overheid: politieagenten, ambulancepersoneel, verkeersregelaars en ambtenaren achter het loket van de sociale dienst. Die krijgen geregeld te horen: een hengst voor je kop kun je krijgen.'Ik vind dat een zorgelijke ontwikkeling. Het is slecht voor Nederland als er geen ontzag meer is voor autoriteiten. De bestuurders nemen beslissingen, die worden door het parlement goedgekeurd en de politieagenten en ambulancebroeders voeren die uit. Daar dienen de burgers zich bij neer te leggen.'
Hoe groot is de omvang van de agressie tegen overheidspersoneel?'Groot. We laten daar regelmatig onderzoek naar doen. Zesenzestig procent klaagt over ongewenst gedrag van de burgers. Meestal gaat het om verbaal geweld, zoals schelden en schreeuwen. Maar slaan en schoppen komen ook voor. Het meeste risico lopen treinconducteurs en ambulancebroeders. Ik kan me daar echt vreselijk boos over maken.
Toen ik net minister was, bracht ik een werkbezoek aan Rotterdam. Een parkeerwachter zei: "Mevrouw, vanaf het moment dat ik in mijn uniform de deur uitstap totdat ik thuiskom wordt er op me gescholden." Zulke functionarissen vervullen hun taak namens jou en mij. Daar blijf je met je handen vanaf. Wat er nu gebeurt, zegt iets over het dedain dat is ontstaan voor autoriteiten. Een maatschappij functioneert alleen als er een zekere mate van vertrouwen is en die is in Nederland voor een deel weg.'
Klinkt regentesk. U heeft zelf in de jaren zeventig aan de Universiteit van Amsterdam gestudeerd. Toen zette u zich toch ook af tegen de autoriteiten?'Ik vraag me af of die vergelijking opgaat. Toen had je een anti-autoritaire revolte maar wel eentje met inhoud. Nu zijn het vooral onderbuikgevoelens. Ik heb het over een algemene desavouering van alles wat met autoriteit te maken heeft.'
De burger wantrouwt de compromissen die in Haagse achterkamertjes worden gesloten.'Dat gebeurt juist veel minder dan vroeger. Om even op mijn eigen terrein te blijven: vroeger werd in Den Haag bekokstoofd wie burgemeester van een grote gemeente werd. Nu bepaalt de gemeenteraad dat. Dat is een gigantische verandering. Maar mensen laten dat kennelijk niet tot zich doordringen.'
De boodschap van de gevestigde partijen is niet helder.'De kiezer wil duidelijkheid, daar is niets op tegen. Maar dat moet er niet toe leiden dat politici onzin gaan verkopen. Als Wilders zegt dat hij Marokkaanse jongeren met een strafblad wil uitzetten, moeten zijn kiezers wel beseffen dat dat helemaal niet kán. Die jongens zijn namelijk bijna altijd Nederlander.'
Het vierde kabinet Balkenende, dat in februari 2007 aantrad, legde de nadruk op samenwerken en samenleven. Het hele kabinet moest het land in om de burger te ontmoeten. Nu hebben CDA en PvdA een gigantische nederlaag geleden tegen de PVV. Missie mislukt?Als een soort bezweringsformule herhaalt Ter Horst dat het kabinet bezig is 'de problemen van Nederland op te lossen': 'Bij de kredietcrisis zijn we erin geslaagd werkgevers en werknemers op één lijn te krijgen, dat is heel waardevol. Staatssecretaris Bijleveld en ik hebben gezegd: we willen met de gemeenten en provincies samenwerken in plaats van over elkaar heen te vallen. Dat loopt goed. Maar de afstand tussen het kabinet en de mensen in het land is groot gebleven.'
Veel Tweede Kamerleden hadden kritiek dat het kabinet eerst het land introk en daarna pas met plannen kwam.'Ik vond het terecht dat we eerst de stemming onder de burgers wilden peilen. Voor mij was dat overigens niet nieuw. Ik deed dat als burgemeester van Nijmegen ook geregeld. Maar misschien is een burgemeester eerder in staat de sociale cohesie te bevorderen dan een minister. Ik sta nu verder af van de plekken waar het gebeurt. Je kunt als minister minder invloed uitoefenen op de manier waarop mensen met elkaar omgaan.'
Een minister is machteloos?'Een minister heeft minder instrumenten dan een burgemeester om iets aan een mentaliteitsverandering onder de bevolking te doen. Al probeer ik het wel. We zijn een discussie begonnen over normen en waarden, met als doel het egoïsme en individualisme te doorbreken en het onderlinge respect te bevorderen. Daarover worden in het hele land nu regionale conferenties georganiseerd.'
Wat zijn de problemen van Nederland?'Goede vraag. Materieel gezien hebben we het nog nooit zo goed gehad.'
Tegelijk is er veel chagrijn.'Je zou verwachten dat mensen zeggen: wat is het heerlijk om anno 2009 in Nederland te mogen leven. Maar dat hoor je zelden. Het Sociaal en Cultureel Planbureau doet permanent onderzoek naar de mentaliteit van de Nederlander en de uitkomst is steeds dezelfde: mensen zijn tevreden over hun privé-leven en hun gezin. Maar als je vraagt naar hun mening over de andere Nederlanders, worden de antwoorden chagrijniger. Ze klagen over hun buren, over de hangjongeren in de straat.
Ik wil zulke klachten niet bagatelliseren. Maar het valt objectief te bewijzen dat de criminaliteit omlaag gaat en de veiligheid op straat toeneemt. Toch blijven mensen zeggen: het is allemaal kommer en kwel. Dat komt ook doordat incidenten door de media en door sommige Tweede Kamerleden gigantisch worden uitvergroot. Dan gaan mensen denken: het is verschrikkelijk wat er in Nederland gebeurt. Als over burgemeesters, wethouders en anderen die actief zijn in het openbaar negatief wordt geschreven, denkt de bevolking: dan zal het wel bar en boos zijn.'
Wat bedoelt u met: incidenten die zijn uitvergroot?'Ik denk aan het Kamerdebat over de rellen in Gouda. Het gemeentebestuur was bezig de problemen op te lossen. Er kwam geld voor meer straatcoaches en gezinscoaches. Toch schreef De Telegraaf dat de straat de macht had gegrepen en de autoriteiten de onruststokers geen strobreed in de weg legden. Vervolgens ging een deel van de Tweede Kamer over de rooie. Het was oorlog, het land stond in brand, zulke kreten werden geslaakt. Het werd totaal uit zijn verband gerukt.'
Kamerleden als Laetitia Griffith van de VVD en Hero Brinkman van de PVV namen het u kwalijk dat u met de armen over elkaar bleef zitten.'Ik heb de Kamer gezegd: u mag mij ter verantwoording roepen, maar het gemeentebestuur moet het probleem oplossen. Zo zijn de bestuurlijke regels in dit land. Die verkeersregels moet je in acht nemen, anders wordt het chaos. Vervolgens kreeg ik te horen dat ik de situatie bagatelliseerde.'
Ze lijkt nog steeds verbaasd over wat haar tijdens dat debat overkwam: 'Een aantal Kamerleden deed extreme suggesties. Het leger moest naar Oosterwei worden gestuurd. Politieagenten uit andere steden moesten worden ingezet. De omvang van de rellen rechtvaardigde dat helemaal niet. Maar dat mocht ik ook niet meer zeggen. Toch zal ik dat blijven doen. Zulke voorvallen zijn vervelend maar dat wil nog niet zeggen dat het hele land naar de verdoemenis gaat. Je moet het wel in de juiste proporties blijven zien.' Waaraan ze toevoegt: 'Ik kom graag in de Kamer maar op zo'n moment is de druk wel erg groot.'
De PvdA heeft tot nu toe gezegd: met een extremist als Wilders gaan we niet regeren. Valt dat sinds de uitslag van de Europese verkiezingen nog vol te houden?'Je moet nooit partijen uitsluiten omdát ze fundamentele kritiek op je hebben. In Nijmegen heb ik heel positieve ervaringen opgedaan met de SP. Ze hadden vijfentwintig jaar in de oppositie gezeten, met als leidend motief: we vinden het allemaal niks en we zijn overal tegen. Maar vanaf het moment dat ze toetraden tot het college van B en W, hebben ze zich met volle overgave voor de stad ingezet. Zoiets kán. Maar ik ben er niet van overtuigd dat Wilders bereid is vuile handen te maken, en dat zal in een kabinet wel moeten. De verschillen tussen de PvdA en de PVV zijn wel erg groot.' Dan: 'Maar als de PVV op mijn terrein met goeie suggesties komt, wijs ik die niet af.'
U heeft niets tegen Wilders persoonlijk, zegt u. Ook niet tegen zijn partij. Wél tegen de mentaliteit die erachter zit: scheldpartijen tegen de moslims, kankeren op de overheid.'Waar ik op dit moment naar snak is dat de intellectuele elite van Nederland in opstand komt. Dat er een tegenbeweging op gang komt van mensen die zeggen: we hebben genoeg van de vergroving, de samenleving die extreem rechts propageert is niet het Nederland waarin wij willen leven. Hun stem hoor ik te weinig.'
Op welke intellectuele elite doelt u?'Vroeger had je opinieleiders, die term is helaas uit de mode geraakt.'
De opiniepagina's staan vol stukken van Afshin Ellian, Max Pam en Theodor Holman. Alleen schrijven die: Wilders heeft wel een beetje gelijk, dit kabinet is betuttelend.'Ik vestig mijn hoop op weldenkende en wellevende mensen die zich realiseren dat het belangrijk is dat er autoriteiten zijn en dat die in principe het vertrouwen van de bevolking verdienen. Die durven in te gaan tegen het gebrek aan respect, het onderlinge wantrouwen en de opvattingen van slecht geïnformeerde mensen. Die hardop zeggen: als Wilders moslims beoordeelt op hun geloof en niet op hun feitelijk gedrag, kán dat niet. Elsbeth Etty had het daarover in NRC Handelsblad. Daar was ik blij mee.'
De intellectuelen moeten de autoriteiten te hulp snellen tegen Geert Wilders?'U denkt nu natuurlijk: mevrouw Ter Horst is een regent dus die wil dat gebeurt wat zij zegt. Dat is te makkelijk. Ik geloof echt dat een opstand van de elite hard nodig is.'
En mogen politici dan ook meedoen?'Ja natuurlijk. Die moéten meedoen.'
Doekle Terpstra heeft dat met zijn beweging Nederland Benoemt & Bouwt al eens geprobeerd. Hij werd overladen met hatemail.'Toch vind ik dat we onze stem moeten verheffen. Dat kan tot gevolg hebben dat je hatemail krijgt. Daar moeten we dan maar doorheen.'
Bijna alles zeggenTer Horst studeerde psychologie aan de hoofdstedelijke universiteit, werkte zeventien jaar bij het Academisch Centrum Tandheelkunde en was van 1992 tot 1994 voorzitter van de universiteitsraad. Sindsdien is de Amsterdamse binnenstad drastisch veranderd. De rode vlaggen en spandoeken aan kraakpanden zijn binnengehaald. De bezoekers van De Balie en De Rode Hoed staan nu pal achter het pleidooi van Mark Rutte voor verruiming van de vrijheid van meningsuiting - ook als moslims zich daardoor gekrenkt voelen.
Ter Horst: 'Ik ben het niet met Rutte eens. De discussie speelde ook binnen mijn eigen partij. Er lag een resolutie over het integratiebeleid met als strekking: krenken mag. Het partijcongres heeft die passage geschrapt. Tot mijn opluchting. Je mag in Nederland bijna alles zeggen. Dat is een groot goed. Maar waarom zou je mensen met opzet kwetsen? Ik ben het eens met de ouders van Theo van Gogh die hun zoon altijd voorhielden: je mag alles zeggen maar het hóéft niet. Wat mij betreft blijven het verbod op discriminatie van bevolkingsgroepen en het verbod op haat zaaien in het Wetboek van Strafrecht.'
U kende Theo van Gogh persoonlijk.'Ja.'
Hij werd vermoord omdat hij de profeet Mohammed zou hebben beledigd.'Dat was vreselijk.'
Vervolgens kwam Wilders met het plan om de film 'Fitna' te maken. Hirsch Ballin en u riepen hem bij zich om hem te waarschuwen voor de gevolgen.'Ik maakte me zorgen om Geert. Daarom heb ik tegen Hirsch Ballin gezegd: ik vind dat we met hem moeten praten. Onze indruk was dat de film zeer beledigend voor moslims zou zijn. Ik vroeg me af: realiseert hij zich wel wat voor consequenties dat voor hem persoonlijk kan hebben?'
Klopt het dat u tijdens dat gesprek hebt gezegd: Theo is dood, ik zal het niet toestaan dat onder mijn verantwoordelijkheid als minister nog een dode valt?'Ik weet niet of ik het zo heb gezegd. Maar die vergelijking lag voor de hand. Het lag op de weg van de regering om haar zorg over het leven en welzijn van een parlementariër te uiten.'
Tijdens het Kamerdebat over 'Fitna' maakte Wilders minister Hirsch Ballin en u voor leugenaars uit. Hij zou nooit van plan zijn geweest de Koran te verbranden.'Dat was schandalig van Geert. Hij suggereerde dat twee leden van het kabinet zaten te liegen terwijl dat niet het geval was. De Kamer twijfelde wie ze moesten geloven. Dat vond ik echt een dieptepunt. Ik dacht: we zijn ver heen in Nederland.'
Over de radicalisering onder moslimjongeren zei uw voorganger Remkes destijds tegen VN: dat lukt alleen als we de haarvaten van de samenleving induiken. Moskeeën en welzijnswerkers moesten de overheid helpen de fundamentalisten tijdig te ontdekken. Loopt dat een beetje?'Ik wil het niet beperken tot moslimradicalen. We moeten ook alert zijn op extreem-rechts, extreem-links en gewelddadige dierenactivisten. We pakken dat met acht departementen samen aan, dat kom je niet vaak tegen in Den Haag. Het is weerbarstige materie: het gaat om mensen die zich stukje bij beetje afkeren van de samenleving en op den duur gevaarlijk kunnen worden. De omgeving - leraren, ouders, de wijkagent - moet leren de signalen tijdig op te pakken. Daar helpen we ze bij. Er loopt nu een project in Winschoten. Daar gaat het vooral om rechts-extremistische jongeren. We proberen hen te ontradicaliseren. Er is een kenniscentrum - Nuansa - die alle informatie over radicalisering en polarisatie bundelt.'
De Amsterdamse stadsdeelvoorzitter Ahmed Marcouch wil de moskeeën inschakelen bij de strijd tegen de radicalisering.'Daar ben ik vóór. Ik heb in september 2008 een bezoek aan Singapore gebracht en raakte onder de indruk van de manier waarop ze radicaliserende moslimjongeren daar op het goede pad proberen te helpen. Met behulp van de inzet van geestelijken die veel afweten van de islam en de Koran. Die spreken de jongeren met kennis van zaken aan. Ze blijven overeind in religieuze discussies. We hebben leden van de Religious Rehabilitation Group uit Singapore naar Nederland gehaald en hen voor een groot gezelschap hun verhaal laten houden. Dat was buitengewoon stimulerend.'
Ligt het wel op de weg van de overheid om zulke geestelijken in te schakelen? We kennen hier toch de scheiding van kerk en staat?'Ja zeg, zo is er altijd wat! Het is niet goed of het deugt niet. Die methode uit Singapore is uiterst effectief. Weten jullie soms een betere aanpak?'
De moskeeën erbuiten houden. Doe het via de politie en het welzijnswerk.'Nog voordat Job Cohen en Ahmed Marcouch de imams inschakelden, deed ik dat in Nijmegen. Ik heb als burgemeester een toespraak gehouden over geloof en samenleving met als strekking dat je veel aan elkaar kunt hebben. Er is niets op tegen religieuze organisaties bij het bestrijden van misstanden te betrekken. Zelf ben ik niet gelovig, maar ik ben blij dat ik op een rooms-katholieke kleuterschool, een hervormde lagere school en een vrijzinnig christelijk gymnasium heb gezeten. Het heeft me een grote kennis van de Bijbel gegeven en dat beschouw ik als een verrijking van mijn leven. De kerstwijding vond ik het mooiste wat er is.'
VrouwenvleugelHet blad Heleen riep Guusje ter Horst uit tot een van de tien 'powervrouwen' van Nederland ('Ze is een rasbestuurder met lef en gevoel voor machtspolitiek'). Een van haar doelstellingen is dat dertig procent van de nieuwe instroom in topfuncties vrouw is. Op haar eigen departement is Ter Horst daarmee een eind gevorderd. Connexxion-directeur Roos van Erp-Bruinsma werd tot secretaris-generaal benoemd, oud-Kamerlid Andrée van Es tot directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties. De minister is een vrouw, de staatssecretaris ook. Reden waarom de ministersgang op de Schedeldoekshaven door medewerkers de 'vrouwenvleugel' wordt genoemd.
'Ik ben tegen een samenleving die bevolkingsgroepen van topfuncties uitsluit,' zegt Ter Horst gedecideerd. 'Ik ben ervan overtuigd dat de overheid beter functioneert met meer women on top. Vrouwen functioneren anders dan mannen, ze zijn minder egocentrisch, meer op teamwork gericht. De grote banken zullen nu toegeven dat het beter was geweest als ze meer vrouwen hadden gerekruteerd. Die hadden minder risico's genomen. Bij de rijksoverheid gaan we onze doelstelling halen. Somberder ben ik over de stijging van het aantal allochtonen in het personeelsbestand. Die stijging zou volgens onze doelstelling vijftig procent moeten bedragen. Dat halen we waarschijnlijk niet.'
De politie verzet zich tegen uw vrouwvriendelijke benoemingsbeleid. De regio Zuid-Holland-Zuid benoemde de man Teun Visscher tot korpschef en geen vrouw. Zeeland wilde uw droomkandidaat Eveline Rutten niet.'De Telegraaf voert daar een felle campagne tegen. Ze suggereren dat ik de kwaliteit van de politie schaad, dat ik verhinder dat de goede persoon op de goede plek komt. Maar ik weet me gesteund door de Raad van Hoofdcommissarissen en de Korpsbeheerders. Er is afgesproken dat de helft van de vacatures in de leiding van de politie de komende jaren door vrouwen en allochtonen zal worden vervuld.'
Grote onrechtvaardigheid'Gietijzeren Guusje', zoals ze om haar strakke hand van leidinggeven wordt genoemd, is al drieëntwintig jaar beroepsbestuurder: gemeenteraadslid, voorzitter van de universiteitsraad, wethouder, burgemeester, nu minister. Weet ze eigenlijk nog hoe de wereld er uitziet als je niet in een dienstauto wordt rondgereden?
'Ik ben helemaal niet als beroepsbestuurder geboren, hoe kom je erbij? Ik kom niet uit een familie met hoge maatschappelijke posities. Mijn vader was leraar maar vertrok toen ik vijf was, ik heb hem nauwelijks gekend. Mijn moeder werkte als verpleegster en toen dat om gezondheidsredenen niet meer kon, als typiste. Ze moest in haar eentje drie kinderen opvoeden. Ze werkte zich kapot. De situatie waarin mijn moeder zat, was van een grote onrechtvaardigheid.'
Hoe had ze dan geholpen kunnen worden?'Als ze wat meer had verdiend of er iemand was geweest die haar met het huishouden had geholpen, had dat veel uitgemaakt. Er was toen ook nog geen kinderopvang. Ik heb nooit op een sportclub gezeten, daar hadden we geen geld voor.'
U kon goed leren en ging naar de universiteit.'Van mijn vijfentwintigste tot mijn tweeënveertigste heb ik bij het Academisch Centrum Tandheelkunde gewerkt. Voor mijn dissertatie deed ik onderzoek naar de vraag hoe mensen die nooit naar de tandarts gaan, toch daartoe kunnen worden bewogen. Het ging om mensen uit de lagere inkomensgroepen. Ik vond het krankzinnig dat zulke gezinnen geen hulp zochten maar wel premie moesten betalen. Ik heb daar nog een brief over geschreven aan de Ziekenfondsraad, maar daar waren ze niet in dat probleem geïnteresseerd. Als die mensen niet naar de tandarts gaan, kost ons dat 1 gulden per jaar, als ze wel gaan 100 gulden, zeiden ze. Dat vond ik schandelijk, dat vond ik asociaal. Toen ben ik lid geworden van de PvdA.'
Om daar vervolgens bliksemsnel carrière te maken.'Op mijn tweeëndertigste ben ik lid geworden, op mijn vierendertigste zat ik in de gemeenteraad. Ach, je wordt lid, je kunt drie zinnen achter elkaar zonder haperen uitspreken en dan vragen ze of je voorzitter van een afdeling wilt worden,' zegt ze met een lach.
Achter de voordeurEr loopt een rode draad door haar politieke carrière, zegt ze: 'Ik heb me altijd verzet tegen onrecht, dat mensen naar de verdommenis gaan en de overheid pas ingrijpt als het te laat is. In Amsterdam ging het over junks: je mocht pas ingrijpen als iemand al jarenlang zwaar verslaafd was. Als iemand er als een dweil bijliep, helemaal verteerd, zonder kleren aan zijn lijf, zonder een dak boven zijn hoofd. Dan mocht je pas wat doen. Dat heb ik nooit begrepen. Die parallel kun je doortrekken naar nu. Het is een vooruitgang dat burgemeesters kunnen ingrijpen als een man met geweld tegen zijn vrouw of kinderen dreigt. Tot voor kort was het zo dat de klap al moest zijn gevallen, dat ingrijpen pas kon als het onheil al was geschied. Ik huldig ook al tien jaar het motto dat de overheid bij probleemgezinnen achter de voordeur moet kunnen kijken. Want daar speelt de ellende zich af. Het is je morele plicht om dat te doen. Bestuurders moeten niet wegkijken, ze moeten de problemen aanpakken.'
Maar eerst is het tijd voor een offensief tegen het gebrek aan respect, het onderlinge wantrouwen en de vergroving van de samenleving: 'In de meeste andere landen gaat het er hoffelijker aan toe dan in Nederland. Op vakantie in Istanbul dacht ik: wat gaan de mensen hier aardig met elkaar om. Als je bij ons per ongeluk tegen iemand opbotst, is het meteen: hé trut, kijk uit.'
VN vroeg mensen die zich wel eens uitlaten over de stand van het land om te reageren op de uitspraken van Ter Horst. 'De burgers voelt zich niet meer aangesproken.'