De Syrische oorlog komt naar Europa
Bron : Trouw - door : Ghassan Dahhan - 10 september 2016
© afp. Strijders van het Vrije Syrische Leger in Aleppo, de rebellen worden gesteund door de VS.
Bron : Trouw - door : Ghassan Dahhan - 10 september 2016
© afp. Strijders van het Vrije Syrische Leger in Aleppo, de rebellen worden gesteund door de VS.
ESSAY Laat iedere illusie dat de oorlog in Syrië gunstig kan uitpakken voor het Westen maar varen, schrijft buitenlandredacteur Ghassan Dahhan. Voor Europa is de dreiging het ergst.
Is in de internationale politiek een grotere dooddoener te bedenken dan dat 'de oorlog in Syrië moet stoppen'? Vind maar iemand die het omgekeerde bepleit. Zelfs een kille machtspoliticus zal weinig nut zien in een oorlog met honderdduizenden doden, miljoenen vluchtelingen, tienduizenden jihadisten, vaatbommen op huizen en hoofden van burgers, slachtpartijen onder minderheden, onthoofdingen of zelfmoordaanslagen. Of toch wel? De Syrische burgeroorlog is een geschenk uit de hemel, betoogde de Amerikaanse politicoloog Edward Luttwak in 2013 in The New York Times. De vijanden van het Westen - Al-Qaida, IS, Assad, Hezbollah, Iran - zijn allemaal met elkaar in oorlog, laat die strijd maar doorwoekeren. Want 'als in Syrië een partij wint, dan verliest Amerika'. Luttwak, doorgaans een fel criticus van president Obama, complimenteerde hem met zijn Syriëbeleid, waardoor geen enkele partij als winnaar uit de strijd wist te komen. "Er is maar één uitkomst die voordelig is voor de VS: een eeuwigdurende patstelling", vond Luttwak. Ook Michael Morell, ex-onderdirecteur van de CIA, ziet een uitgelezen kans om Amerika's vijanden Rusland, Iran en Assad een veeg uit de pan te geven, door hun tegenstanders aan wapens te helpen: "Toen wij in Irak zaten, gaven de Iraniërs wapens aan sjiitische milities, die Amerikaanse militairen doodden, toch? De Iraniërs lieten ons boeten. Wij moeten de Iraniërs laten boeten, en de Russen", stelde hij vorige maand in het programma '60 Minutes'. Steun aan Syrische opstandelingen was niet bedoeld om het Assad-regime weg te vagen, maar om het te verzwakken. Morell wilde Assad 'laten schrikken', door hem zijn presidentiële garde en luchtmacht afhandig te maken.
Bestaand beleid
Eigenlijk omschreef Morell slechts bestaand beleid. Sinds 2013 ontvangen Syrische rebellen geavanceerde wapens van de Amerikanen in hun strijd tegen Assad. Via het zogeheten Timber Sycamore-programma ontvangen rebellen en jihadisten onder meer antitank-raketten, en training in de bediening daarvan, van de Amerikanen via Saudische agenten. Eén begunstigde was de uiterst gewelddadige beweging Nour al-Din al-Zenki, die nauw samenwerkt met Al-Qaida en onlangs op video een 12-jarig jongetje onthoofdde. Ze streeft naar een islamitische staat in Syrië en de omverwerping van Assad. Met de wapens die jihadisten en rebellen van de Amerikanen ontvingen, zijn tientallen regeringstanks in vlammen opgegaan en honderden militairen gesneuveld. Tegelijkertijd is het niet de bedoeling dat deze hulp leidt tot de omverwerping van Assad, zoals de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken John Kerry afgelopen december liet blijken. Hij stelde dat 'de VS en onze partners geen regime change nastreven' in Syrië. Frankrijk en Groot-Brittannië voerden tot de aanslagen in Parijs hetzelfde beleid. De Franse minister Manuel Valls zei in 2013 weinig te willen doen tegen Syriëgangers, al was bekend dat zij terechtkwamen bij Al-Qaida en IS: "De strijders in Syrië vechten niet tegen Frankrijk of Europa. Ze vechten tegen het Assad-regime." Daarnaast voorzag Frankrijk in de eerste jaren van de Syrische burgeroorlog rebellen en jihadisten van wapens en grote sommen geld, net als de Britten. Ondanks alle hulp aan opstandelingen zei de Franse minister van buitenlandse zaken Laurent Fabius in december dat Assad niet weg hoefde - als hij maar op den duur vertrekt. "Dat betekent niet dat Assad moet opstappen vóór de transitie, maar er moeten beloftes zijn voor de toekomst."
Voordelen
In Israël zien velen voordelen in de Syrische Burgeroorlog. Oud-Mossaddirecteur Efraim Halevy vertelde Al Jazeera dat Israël Al-Qaidastrijders in ziekenhuizen behandelde. Dat had 'een tactisch element': Al Qaida vocht tegen Hezbollah, en hoewel die allebei Israëls vijanden zijn, 'heeft Al-Qaida voor zover ik weet nooit Israël aangevallen'. Het doel om Assad, Hezbollah en Iran te verzwakken is belangrijker dan het gevaar van IS. Zoals de toenmalige Israëlische minister van defensie Moshe Yaalon het in 2015 verwoordde: als hij de keus had tussen IS en Iran, dan zou hij gaan voor IS. De Israëlisch militair-deskundige Efraim Inbar pleitte op strategische gronden zelfs voor het in stand houden van IS: zo blijven de grote vijanden van het Westen elkaar afmaken. "Het toestaan van schurken om andere schurken te vermoorden klinkt cynisch, maar het is handig en zelfs moreel juist, want het houdt de schurken zoet en weerhoudt hen ervan om de goeieriken schade te berokkenen." Het Westen steunt vrienden in Syrië in hun strijd tegen elkaar. De seculiere Koerdische beweging YPG en het Vrije Syrische Leger zijn verwikkeld in een oorlog, en ontvangen beide wapens van de Amerikanen - de Koerden van het Pentagon, het Vrije Syrische Leger van de CIA. In april paradeerde de YPG met 47 gesneuvelde strijders van het Vrije Syrische Leger. Vorige week paradeerde het Vrije Syrische Leger met Koerdische krijgsgevangenen in Noord-Syrië. De Amerikanen hebben hun hulp aan geen van beide organisaties stopgezet.
Strategie
Ook niet-westerse landen voeden de strijd: Poetin steunt openlijk het moorddadige Assad-regime. De Russen bevechten vanuit het Syrische luchtruim ook Tsjetsjeense jihadisten, die Syrië beschouwen als oefenterrein voor de toekomstige oorlog tegen Rusland. Turkije en de Golfstaten bieden openlijk hulp aan jihadisten in Syrië. Rusland wil een seculiere dictator aan de overwinning helpen, de andere landen willen juist een islamistische heerser. De westerse spelers in Syrië lijken niet uit te zijn op de overwinning van één speler, maar op het verlies van allemaal. Een aantal door het Westen gesteunde rebellen deelt dit vermoeden. Ammar al-Wawi, strijder van het Vrije Syrische Leger, beklaagde zich in 2014 over het Westen: "Het gaat er alleen maar om de oorlog voort te laten woekeren, om ons net genoeg wapens te geven om de strijd voort te zetten, maar net niet genoeg om te winnen." Is het westerse beleid cynisch? Wellicht, maar strategie heeft nu eenmaal weinig van doen met ethiek. Welk land vindt het erg als zijn vijanden elkaar verzwakken? Punt is dat zo'n strategie zal falen en wel om een simpele reden: Syrië is geen aquarium. Het is een enorm land dat grenst aan vijf andere landen. Er vechten honderdduizenden mannen van alle nationaliteiten, die op en neer reizen, van de oorlog zijn gaan houden en steeds slimmer worden. Deze oorlog verzwakt de vijanden van het Westen niet, maar maakt ze juist sterker. Hun aantal groeit met de dag, net als hun ervaring en hun ambitie.
Misrekening
Het Westen is de regie over de oorlog compleet kwijt. Niet alleen over zijn vijanden, maar ook over zijn bondgenoten. Duizenden strijders van het Vrije Syrische Leger liepen met hun westerse wapens over naar Al-Qaida en IS, sommigen na maandenlange screening en training van het Pentagon. Het Westen kan weinig uitrichten: 'bondgenoten' als YPG en het Vrije Syrische Leger accepteren alleen hulp, geen opdrachten. Toch gaat de hulp door. Deze misrekening heeft grote gevolgen, niet alleen voor Syrië maar ook voor het Westen. In de economie geldt dat concurrentie leidt tot betere en gezonde bedrijven; in de wetenschap tot betere wetenschappers. Dit principe geldt ook in militaire strijd. Oorlog brengt de sterkste strijders voort. In minder dan vijf jaar tijd hebben alle vijanden van het Westen in het Midden-Oosten een spectaculaire sprong voorwaarts gemaakt. Al-Qaida vecht tegenwoordig niet meer vanuit geïmproviseerde pick-uptrucks, maar in tanks en pantservoertuigen. De Turken hebben hun Koerdische vijanden even hard zien groeien. De Syrisch-Koerdische YPG (gelieerd aan de Turkse PKK) heeft in de oorlog tegen IS alles geleerd van oorlogsvoering, en is van een knullige strijdmacht veranderd in een regionale speler van betekenis. De YPG bevrijdt niet alleen Koerdische dorpen van IS, maar heeft ook Arabische gebieden veroverd die het bij Koerdistan wil voegen. Voor hen is de vraag inmiddels niet meer of er een onafhankelijk Koerdistan komt, maar hoe omvangrijk hun nieuwe land zal zijn.
Voorspellend fabeltje
Vijf jaar oorlog hebben Hezbollah allesbehalve verzwakt. De sjiitische beweging heeft een paar duizend nieuwe strijders opgeleid op het slagveld, die meer vechtervaring hebben opgedaan dan alle Israëlische militairen in actieve dienst bij elkaar. Sinds kort bestookt ze haar vijanden zelfs met drones. Voorman Nasrallah zei vorige maand: "Als Hezbollah in 2006 uit de oorlog (met Israël, red.) tevoorschijn kwam als een regionale macht, dan zal het uit de Syrische oorlog tevoorschijn komen als een internationale macht." Hij kondigde aan dat het volgende doel de herovering is van de door Israël bezette Golanhoogte, en van Noord-Israël. De westerse bondgenoot Saudi-Arabië, dat met zijn steun aan jihadisten het Syrische regime omver probeert te werpen, vreest voor zijn toekomst, mocht het regime de crisis overleven. Dan zal Assad zich wreken op zijn vijanden, en 'het (Saudische, red.) koninkrijk en sommige andere Golf-staten staan bovenaan het lijstje', zo stond in een uitgelekt document van het Saudische ministerie van buitenlandse zaken. Het fabeltje over de kikkers van de klassieke dichter Aesopus beschikt over meer voorspellende waarde dan de honderden onnavolgbare en peperdure rapporten van denktanks en ministeries. In een moeras kijken twee kikkers hoe twee stieren strijden om de heerschappij over de kudde. Eén kikker waarschuwt bezorgd: "De stier die verliest zal zich in ons moeras terugtrekken, en elke stap levert een platte kikker op. Hun machtsstrijd kost ons de kop." In Syrië vechten niet twee, maar honderden stieren om de hegemonie. En Europa dreigt straks vertrapt te worden - door de verliezers, maar ook door de vluchtende kudde. Als Assad wint, dan krijgt Europa de jihadisten op bezoek. Winnen de jihadisten, dan zullen zij geen genoegen nemen met Syrië, en optrekken naar het Westen; dit is immers hun beoogde doel. En in beide gevallen willen miljoenen burgers naar Europa uitwijken.
Geografisch nadeel
De Amerikaanse militair-strateeg John Nagl waarschuwde onlangs in deze krant: "Jullie Europeanen moeten één ding goed begrijpen: tussen de VS en IS zitten een paar continenten en zeeën, maar dat geldt niet voor Europa. In Amerika zeggen we: je hoeft niet sneller dan een beer te kunnen rennen om aan hem te ontkomen; je moet alleen sneller zijn dan de persoon naast je. Jullie zijn in geografisch opzicht kwetsbaarder dan wij, en bovendien militair zwakker." De oorlog in het Midden-Oosten heeft de vijanden van Europa versterkt. De lange vrede op het continent heeft Europa verzwakt. De meeste Europese jihadisten hebben er inmiddels meer vechturen opzitten dan de meeste militairen uit hun geboorteland. Bovendien: zij vechten niet om in leven te blijven of om levens te redden, zij vechten om te sterven en om zoveel mogelijk levens te nemen. Zij verwerken hun oorlogstrauma's niet op de bank van de psychiater, maar botvieren ze op hun vijanden. Islamitische Staat incasseert sinds 2015 de ene klap na de andere, en stevent af op zijn ondergang. Hier en daar slaan IS'ers al op de vlucht. Hun vluchtroute loopt dwars door Europa, en dit heeft in Frankrijk, België en Duitsland al tientallen burgerdoden gekost. IS is zelfs zo druk bezig met het terugsturen van strijders naar Europa, dat het geen nieuwe Europese rekruten meer wenst te ontvangen. De val van IS is op den duur gunstig voor het Midden-Oosten, maar de in mankracht en ervaring gegroeide beweging zal niet ongemerkt uit deze wereld vertrekken. Duizenden strijders, gehard door de oorlog, zullen een nieuwe thuishaven zoeken en zich aansluiten bij andere jihadistische organisaties. Anderen zullen zich voor een laatste maal op hun vijanden storten.
Dienstplicht
De Franse regering heeft ondertussen besloten tot de oprichting van een 'nationale garde' om de straten te kunnen beveiligen - tegen die strijders dus die volgens premier Valls in 2013 alleen vochten tegen Assad, niet tegen Europa. De noodtoestand is inmiddels de normale toestand. Frankrijk is niet verlost van zijn radicalen, hun aantal nam explosief toe. Minstens 10.000 van hen staan op de 'S-lijst' van lieden die een acuut gevaar vormen voor de staatsveiligheid. En dat zijn alleen de bekende gevallen. België haalde onlangs bijna alle in het buitenland gestationeerde militairen naar huis, want het land is niet meer te verdedigen tegen de huidige dreiging, aldus minister van defensie Vandeput in mei. Wijkbureaus worden gesloten en grote politiebureaus krijgen zwaardere bewaking - een maatregel die we kennen van bananenrepublieken tijdens gewapende opstanden. In Duitsland gaan stemmen op om de dienstplicht weer in te voeren, mede uit vrees voor terrorisme. Ook wensen de Europese landen gezamenlijk harder op te treden tegen terrorisme. Een aantal landen ontneemt jihadisten hun nationaliteit in de hoop dat ze Europa niet meer inkomen. Maar een vijand die de grootste beproevingen heeft doorstaan om het Syrische slagveld te bereiken en de dood omarmt, laat zich niet afschrikken door paspoortcontrole en kans op uitzetting. Aangezien samenwerking niet Europa's sterkste punt is, lijken de jihadisten daarvan weinig te vrezen hebben. Hoe absurd de bemoeienis in Syrië kan uitpakken bleek in juni 2015, toen in Londen de rechtszaak tegen de Zweeds-Filippijnse Bherlin Gildo begon. Deze jihadist werd ondermeer verweten dat hij militaire training had ondergaan. Maar tijdens de rechtszaak maakte zijn verdediging hard dat Ghildo vocht voor een beweging die door de Britse geheime diensten werd gesteund, waarop de aanklachten tegen hem kwamen te vervallen.
Geen arts, maar patiënt
Er is weinig reden om aan te nemen dat Europese landen hun machtsspelletjes in Syrië hebben opgegeven - spelletjes waaraan Rusland, de Verenigde Staten, Turkije en de Golfstaten zich nog steeds te buiten gaan. Dat mag voor Europese landen geen reden zijn om er ook mee door te gaan. Zet andermans huis en haard op het spel, en je verspeelt mogelijk je eigen beschaving. Ook humanitaire interventies in Syrië om 'een tweede Srebrenica' te voorkomen, zoals Koenders onlangs bepleitte, moeten we uit ons hoofd laten. Hoe goed de bedoelingen ook, de uitkomsten zijn niet minder desastreus. Miljoenen mensen die de oorlog in Syrië zijn ontvlucht, proberen Europa te bereiken. Sociale spanningen, terrorisme en de opkomst van extreem-rechts zijn daarvan slechts een paar gevolgen. Europa is niet (meer) in de positie om zich te ontfermen over andere regio's. Het oude continent is patiënt, geen arts. Zie eerst maar eens je eigen democratie en rechtsstaat te redden.
.
Is in de internationale politiek een grotere dooddoener te bedenken dan dat 'de oorlog in Syrië moet stoppen'? Vind maar iemand die het omgekeerde bepleit. Zelfs een kille machtspoliticus zal weinig nut zien in een oorlog met honderdduizenden doden, miljoenen vluchtelingen, tienduizenden jihadisten, vaatbommen op huizen en hoofden van burgers, slachtpartijen onder minderheden, onthoofdingen of zelfmoordaanslagen. Of toch wel? De Syrische burgeroorlog is een geschenk uit de hemel, betoogde de Amerikaanse politicoloog Edward Luttwak in 2013 in The New York Times. De vijanden van het Westen - Al-Qaida, IS, Assad, Hezbollah, Iran - zijn allemaal met elkaar in oorlog, laat die strijd maar doorwoekeren. Want 'als in Syrië een partij wint, dan verliest Amerika'. Luttwak, doorgaans een fel criticus van president Obama, complimenteerde hem met zijn Syriëbeleid, waardoor geen enkele partij als winnaar uit de strijd wist te komen. "Er is maar één uitkomst die voordelig is voor de VS: een eeuwigdurende patstelling", vond Luttwak. Ook Michael Morell, ex-onderdirecteur van de CIA, ziet een uitgelezen kans om Amerika's vijanden Rusland, Iran en Assad een veeg uit de pan te geven, door hun tegenstanders aan wapens te helpen: "Toen wij in Irak zaten, gaven de Iraniërs wapens aan sjiitische milities, die Amerikaanse militairen doodden, toch? De Iraniërs lieten ons boeten. Wij moeten de Iraniërs laten boeten, en de Russen", stelde hij vorige maand in het programma '60 Minutes'. Steun aan Syrische opstandelingen was niet bedoeld om het Assad-regime weg te vagen, maar om het te verzwakken. Morell wilde Assad 'laten schrikken', door hem zijn presidentiële garde en luchtmacht afhandig te maken.
Bestaand beleid
Eigenlijk omschreef Morell slechts bestaand beleid. Sinds 2013 ontvangen Syrische rebellen geavanceerde wapens van de Amerikanen in hun strijd tegen Assad. Via het zogeheten Timber Sycamore-programma ontvangen rebellen en jihadisten onder meer antitank-raketten, en training in de bediening daarvan, van de Amerikanen via Saudische agenten. Eén begunstigde was de uiterst gewelddadige beweging Nour al-Din al-Zenki, die nauw samenwerkt met Al-Qaida en onlangs op video een 12-jarig jongetje onthoofdde. Ze streeft naar een islamitische staat in Syrië en de omverwerping van Assad. Met de wapens die jihadisten en rebellen van de Amerikanen ontvingen, zijn tientallen regeringstanks in vlammen opgegaan en honderden militairen gesneuveld. Tegelijkertijd is het niet de bedoeling dat deze hulp leidt tot de omverwerping van Assad, zoals de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken John Kerry afgelopen december liet blijken. Hij stelde dat 'de VS en onze partners geen regime change nastreven' in Syrië. Frankrijk en Groot-Brittannië voerden tot de aanslagen in Parijs hetzelfde beleid. De Franse minister Manuel Valls zei in 2013 weinig te willen doen tegen Syriëgangers, al was bekend dat zij terechtkwamen bij Al-Qaida en IS: "De strijders in Syrië vechten niet tegen Frankrijk of Europa. Ze vechten tegen het Assad-regime." Daarnaast voorzag Frankrijk in de eerste jaren van de Syrische burgeroorlog rebellen en jihadisten van wapens en grote sommen geld, net als de Britten. Ondanks alle hulp aan opstandelingen zei de Franse minister van buitenlandse zaken Laurent Fabius in december dat Assad niet weg hoefde - als hij maar op den duur vertrekt. "Dat betekent niet dat Assad moet opstappen vóór de transitie, maar er moeten beloftes zijn voor de toekomst."
Voordelen
In Israël zien velen voordelen in de Syrische Burgeroorlog. Oud-Mossaddirecteur Efraim Halevy vertelde Al Jazeera dat Israël Al-Qaidastrijders in ziekenhuizen behandelde. Dat had 'een tactisch element': Al Qaida vocht tegen Hezbollah, en hoewel die allebei Israëls vijanden zijn, 'heeft Al-Qaida voor zover ik weet nooit Israël aangevallen'. Het doel om Assad, Hezbollah en Iran te verzwakken is belangrijker dan het gevaar van IS. Zoals de toenmalige Israëlische minister van defensie Moshe Yaalon het in 2015 verwoordde: als hij de keus had tussen IS en Iran, dan zou hij gaan voor IS. De Israëlisch militair-deskundige Efraim Inbar pleitte op strategische gronden zelfs voor het in stand houden van IS: zo blijven de grote vijanden van het Westen elkaar afmaken. "Het toestaan van schurken om andere schurken te vermoorden klinkt cynisch, maar het is handig en zelfs moreel juist, want het houdt de schurken zoet en weerhoudt hen ervan om de goeieriken schade te berokkenen." Het Westen steunt vrienden in Syrië in hun strijd tegen elkaar. De seculiere Koerdische beweging YPG en het Vrije Syrische Leger zijn verwikkeld in een oorlog, en ontvangen beide wapens van de Amerikanen - de Koerden van het Pentagon, het Vrije Syrische Leger van de CIA. In april paradeerde de YPG met 47 gesneuvelde strijders van het Vrije Syrische Leger. Vorige week paradeerde het Vrije Syrische Leger met Koerdische krijgsgevangenen in Noord-Syrië. De Amerikanen hebben hun hulp aan geen van beide organisaties stopgezet.
Strategie
Ook niet-westerse landen voeden de strijd: Poetin steunt openlijk het moorddadige Assad-regime. De Russen bevechten vanuit het Syrische luchtruim ook Tsjetsjeense jihadisten, die Syrië beschouwen als oefenterrein voor de toekomstige oorlog tegen Rusland. Turkije en de Golfstaten bieden openlijk hulp aan jihadisten in Syrië. Rusland wil een seculiere dictator aan de overwinning helpen, de andere landen willen juist een islamistische heerser. De westerse spelers in Syrië lijken niet uit te zijn op de overwinning van één speler, maar op het verlies van allemaal. Een aantal door het Westen gesteunde rebellen deelt dit vermoeden. Ammar al-Wawi, strijder van het Vrije Syrische Leger, beklaagde zich in 2014 over het Westen: "Het gaat er alleen maar om de oorlog voort te laten woekeren, om ons net genoeg wapens te geven om de strijd voort te zetten, maar net niet genoeg om te winnen." Is het westerse beleid cynisch? Wellicht, maar strategie heeft nu eenmaal weinig van doen met ethiek. Welk land vindt het erg als zijn vijanden elkaar verzwakken? Punt is dat zo'n strategie zal falen en wel om een simpele reden: Syrië is geen aquarium. Het is een enorm land dat grenst aan vijf andere landen. Er vechten honderdduizenden mannen van alle nationaliteiten, die op en neer reizen, van de oorlog zijn gaan houden en steeds slimmer worden. Deze oorlog verzwakt de vijanden van het Westen niet, maar maakt ze juist sterker. Hun aantal groeit met de dag, net als hun ervaring en hun ambitie.
Misrekening
Het Westen is de regie over de oorlog compleet kwijt. Niet alleen over zijn vijanden, maar ook over zijn bondgenoten. Duizenden strijders van het Vrije Syrische Leger liepen met hun westerse wapens over naar Al-Qaida en IS, sommigen na maandenlange screening en training van het Pentagon. Het Westen kan weinig uitrichten: 'bondgenoten' als YPG en het Vrije Syrische Leger accepteren alleen hulp, geen opdrachten. Toch gaat de hulp door. Deze misrekening heeft grote gevolgen, niet alleen voor Syrië maar ook voor het Westen. In de economie geldt dat concurrentie leidt tot betere en gezonde bedrijven; in de wetenschap tot betere wetenschappers. Dit principe geldt ook in militaire strijd. Oorlog brengt de sterkste strijders voort. In minder dan vijf jaar tijd hebben alle vijanden van het Westen in het Midden-Oosten een spectaculaire sprong voorwaarts gemaakt. Al-Qaida vecht tegenwoordig niet meer vanuit geïmproviseerde pick-uptrucks, maar in tanks en pantservoertuigen. De Turken hebben hun Koerdische vijanden even hard zien groeien. De Syrisch-Koerdische YPG (gelieerd aan de Turkse PKK) heeft in de oorlog tegen IS alles geleerd van oorlogsvoering, en is van een knullige strijdmacht veranderd in een regionale speler van betekenis. De YPG bevrijdt niet alleen Koerdische dorpen van IS, maar heeft ook Arabische gebieden veroverd die het bij Koerdistan wil voegen. Voor hen is de vraag inmiddels niet meer of er een onafhankelijk Koerdistan komt, maar hoe omvangrijk hun nieuwe land zal zijn.
Voorspellend fabeltje
Vijf jaar oorlog hebben Hezbollah allesbehalve verzwakt. De sjiitische beweging heeft een paar duizend nieuwe strijders opgeleid op het slagveld, die meer vechtervaring hebben opgedaan dan alle Israëlische militairen in actieve dienst bij elkaar. Sinds kort bestookt ze haar vijanden zelfs met drones. Voorman Nasrallah zei vorige maand: "Als Hezbollah in 2006 uit de oorlog (met Israël, red.) tevoorschijn kwam als een regionale macht, dan zal het uit de Syrische oorlog tevoorschijn komen als een internationale macht." Hij kondigde aan dat het volgende doel de herovering is van de door Israël bezette Golanhoogte, en van Noord-Israël. De westerse bondgenoot Saudi-Arabië, dat met zijn steun aan jihadisten het Syrische regime omver probeert te werpen, vreest voor zijn toekomst, mocht het regime de crisis overleven. Dan zal Assad zich wreken op zijn vijanden, en 'het (Saudische, red.) koninkrijk en sommige andere Golf-staten staan bovenaan het lijstje', zo stond in een uitgelekt document van het Saudische ministerie van buitenlandse zaken. Het fabeltje over de kikkers van de klassieke dichter Aesopus beschikt over meer voorspellende waarde dan de honderden onnavolgbare en peperdure rapporten van denktanks en ministeries. In een moeras kijken twee kikkers hoe twee stieren strijden om de heerschappij over de kudde. Eén kikker waarschuwt bezorgd: "De stier die verliest zal zich in ons moeras terugtrekken, en elke stap levert een platte kikker op. Hun machtsstrijd kost ons de kop." In Syrië vechten niet twee, maar honderden stieren om de hegemonie. En Europa dreigt straks vertrapt te worden - door de verliezers, maar ook door de vluchtende kudde. Als Assad wint, dan krijgt Europa de jihadisten op bezoek. Winnen de jihadisten, dan zullen zij geen genoegen nemen met Syrië, en optrekken naar het Westen; dit is immers hun beoogde doel. En in beide gevallen willen miljoenen burgers naar Europa uitwijken.
Geografisch nadeel
De Amerikaanse militair-strateeg John Nagl waarschuwde onlangs in deze krant: "Jullie Europeanen moeten één ding goed begrijpen: tussen de VS en IS zitten een paar continenten en zeeën, maar dat geldt niet voor Europa. In Amerika zeggen we: je hoeft niet sneller dan een beer te kunnen rennen om aan hem te ontkomen; je moet alleen sneller zijn dan de persoon naast je. Jullie zijn in geografisch opzicht kwetsbaarder dan wij, en bovendien militair zwakker." De oorlog in het Midden-Oosten heeft de vijanden van Europa versterkt. De lange vrede op het continent heeft Europa verzwakt. De meeste Europese jihadisten hebben er inmiddels meer vechturen opzitten dan de meeste militairen uit hun geboorteland. Bovendien: zij vechten niet om in leven te blijven of om levens te redden, zij vechten om te sterven en om zoveel mogelijk levens te nemen. Zij verwerken hun oorlogstrauma's niet op de bank van de psychiater, maar botvieren ze op hun vijanden. Islamitische Staat incasseert sinds 2015 de ene klap na de andere, en stevent af op zijn ondergang. Hier en daar slaan IS'ers al op de vlucht. Hun vluchtroute loopt dwars door Europa, en dit heeft in Frankrijk, België en Duitsland al tientallen burgerdoden gekost. IS is zelfs zo druk bezig met het terugsturen van strijders naar Europa, dat het geen nieuwe Europese rekruten meer wenst te ontvangen. De val van IS is op den duur gunstig voor het Midden-Oosten, maar de in mankracht en ervaring gegroeide beweging zal niet ongemerkt uit deze wereld vertrekken. Duizenden strijders, gehard door de oorlog, zullen een nieuwe thuishaven zoeken en zich aansluiten bij andere jihadistische organisaties. Anderen zullen zich voor een laatste maal op hun vijanden storten.
Dienstplicht
De Franse regering heeft ondertussen besloten tot de oprichting van een 'nationale garde' om de straten te kunnen beveiligen - tegen die strijders dus die volgens premier Valls in 2013 alleen vochten tegen Assad, niet tegen Europa. De noodtoestand is inmiddels de normale toestand. Frankrijk is niet verlost van zijn radicalen, hun aantal nam explosief toe. Minstens 10.000 van hen staan op de 'S-lijst' van lieden die een acuut gevaar vormen voor de staatsveiligheid. En dat zijn alleen de bekende gevallen. België haalde onlangs bijna alle in het buitenland gestationeerde militairen naar huis, want het land is niet meer te verdedigen tegen de huidige dreiging, aldus minister van defensie Vandeput in mei. Wijkbureaus worden gesloten en grote politiebureaus krijgen zwaardere bewaking - een maatregel die we kennen van bananenrepublieken tijdens gewapende opstanden. In Duitsland gaan stemmen op om de dienstplicht weer in te voeren, mede uit vrees voor terrorisme. Ook wensen de Europese landen gezamenlijk harder op te treden tegen terrorisme. Een aantal landen ontneemt jihadisten hun nationaliteit in de hoop dat ze Europa niet meer inkomen. Maar een vijand die de grootste beproevingen heeft doorstaan om het Syrische slagveld te bereiken en de dood omarmt, laat zich niet afschrikken door paspoortcontrole en kans op uitzetting. Aangezien samenwerking niet Europa's sterkste punt is, lijken de jihadisten daarvan weinig te vrezen hebben. Hoe absurd de bemoeienis in Syrië kan uitpakken bleek in juni 2015, toen in Londen de rechtszaak tegen de Zweeds-Filippijnse Bherlin Gildo begon. Deze jihadist werd ondermeer verweten dat hij militaire training had ondergaan. Maar tijdens de rechtszaak maakte zijn verdediging hard dat Ghildo vocht voor een beweging die door de Britse geheime diensten werd gesteund, waarop de aanklachten tegen hem kwamen te vervallen.
Geen arts, maar patiënt
Er is weinig reden om aan te nemen dat Europese landen hun machtsspelletjes in Syrië hebben opgegeven - spelletjes waaraan Rusland, de Verenigde Staten, Turkije en de Golfstaten zich nog steeds te buiten gaan. Dat mag voor Europese landen geen reden zijn om er ook mee door te gaan. Zet andermans huis en haard op het spel, en je verspeelt mogelijk je eigen beschaving. Ook humanitaire interventies in Syrië om 'een tweede Srebrenica' te voorkomen, zoals Koenders onlangs bepleitte, moeten we uit ons hoofd laten. Hoe goed de bedoelingen ook, de uitkomsten zijn niet minder desastreus. Miljoenen mensen die de oorlog in Syrië zijn ontvlucht, proberen Europa te bereiken. Sociale spanningen, terrorisme en de opkomst van extreem-rechts zijn daarvan slechts een paar gevolgen. Europa is niet (meer) in de positie om zich te ontfermen over andere regio's. Het oude continent is patiënt, geen arts. Zie eerst maar eens je eigen democratie en rechtsstaat te redden.
.