Homo-priester tegen collega's: 'Kom uit de kast'
Bron : Trouw - door : Stijn Fens - 15 januari 2016
© Patrick Post. 'De leiders van de kerk moeten de homofobie zoals die in de kerk voorkomt, erkennen als een serieus probleem.'
Bron : Trouw - door : Stijn Fens - 15 januari 2016
© Patrick Post. 'De leiders van de kerk moeten de homofobie zoals die in de kerk voorkomt, erkennen als een serieus probleem.'
INTERVIEW Op 3 oktober van het vorig jaar werd Krzysztof Charamsa, zoals hijzelf zegt, 'volkomen rustig' wakker in zijn Romeinse woning. En dat terwijl die dag zijn leven op z'n kop zou komen te staan. Hij zou bijna alles kwijtraken: zijn baan in het Vaticaan, zijn huis en zijn inkomen.
Die ochtend verscheen er een groot interview met hem in een Italiaanse krant waarin hij aankondigde dat hij homo was en een innige relatie met zijn vriend had. Hij zou met diezelfde vriend naar een restaurant gaan om een persconferentie te geven. Nog één keer deed hij zijn priesterboord om. "Ik wilde de kerk laten zien: ik ben een homoseksuele priester en ik ben verliefd." Nu is hij in Nederland om te spreken op een congres van ABN Amro over diversiteit op de werkvloer. Hij zal zijn kerk niet sparen. Net als in dit interview. "Ik maakte deel uit van een inquisitie die homoseksuelen - mensen zoals ik - vervolgt. Voor mij werd dat ondraaglijk."
Toen u uit de kast kwam, omschreef u uw werkomgeving in het Vaticaan als homofoob. Wat bedoelde u daar precies mee?
"Als je aan homofobie denkt, denk je meteen aan lichamelijk geweld: twee mannen die op straat hand in hand lopen en worden aangevallen. Je kunt niet zeggen dat de katholieke kerk lichamelijk geweld tegen homo's propageert. De homofobie die ik heb meegemaakt is meer psychologisch van aard. Homo's worden als inferieur beschouwd. Mensen van de tweede categorie. In de ogen van de kerk kunnen homoseksuelen niet liefhebben en zijn ze alleen maar op zoek naar seksueel genot. Dit soort dingen werden bedacht en geformuleerd door de Congregatie voor de Geloofsleer waar ik werkte."
Hoe heeft u dat volgehouden?
"Ik ben altijd een gelovige man gebleven. En misschien was dat wel mijn probleem. Ik geloof in God en ik hou echt veel van mijn kerk. Misschien nam ik het allemaal wel te serieus. Dat zeiden mijn collega-priesters tenminste altijd. 'Laat het toch zitten', zeiden ze dan. 'Je hebt gelijk: wij moeten hier dingen verkondigen die in strijd zijn met allerlei wetenschappelijke feiten. Dat gaat misschien ooit nog wel een keer veranderen, maar hou je in de tussentijd rustig.' Ik wilde mij niet langer overgeven aan zoveel cynisme en besloot mijn consequenties te trekken."
U zegt dat minstens de helft van de priesters homoseksueel is. Wat hebben die te zoeken in een kerk die hen, zoals u stelt, als inferieur beschouwt?
"In de kerk kunnen homoseksuelen zich verborgen houden en tegelijkertijd ontplooien. Alleen vanwege het feit dat er heel veel priesters zijn met dezelfde seksuele geaardheid. En het zijn hele goede priesters. De beste priesters die ik gekend heb waren allemaal homoseksueel. Ze hebben een fijngevoeligheid voor mensen en hun problemen die heteroseksuele priesters vaak niet hebben."
Hoe verklaart u dat de meest harde uitspraken over homo's en lesbiennes vaak van bisschoppen en kardinalen komen die later zelf homo blijken te zijn?
"Als je verplicht wordt jezelf te haten om je homoseksualiteit, dan ga je - om overeind te blijven - alle mensen haten die zijn zoals jij. In 2005 heeft het Vaticaan bepaald dat mannen die homoseksualiteit praktiseren, diepgewortelde homoseksuele neigingen vertonen of de zogeheten homocultuur steunen, niet meer kunnen worden toegelaten tot priesteropleidingen. Dan heb je het over een vorm van segregatie die niet ver af staat van de rassenwetten van de nazi's en de anti-homomaatregelen van Poetin. Het is pure discriminatie."
Gaat die vergelijking niet veel te ver?
"Misschien wel. Maar ik kan geen andere vergelijking maken."
Paus Franciscus lijkt een andere toon aan te slaan als het om homoseksuelen gaat. In zijn eerste jaar als paus zei hij tijdens een persconferentie in een vliegtuig: "Als iemand homo is, naar God zoekt en goede intenties heeft, wie ben ik dan om hem te veroordelen?" Bent u blij met hem?
"Wat hij daar zei, gaf mij hoop. Niet dat er meteen van alles ging veranderen, maar hij nam tenminste het woord 'homo' in de mond. Dat had voor hem nog geen enkele paus gedaan! Ook een vorm homofobie en discriminatie. Zo van: 'Jullie zijn zo pervers, dat we het woord waar jullie voor staan niet eens willen uitspreken'. Franciscus liet door het woord 'homo' uit te spreken, weten dat we bestaan, dat hij ons serieus neemt. Ik dacht: nu gaat mijn congregatie eindelijk eens homoseksualiteit serieus onderzoeken. Maar dat onderzoek kwam er helaas niet."
Heeft hij u teleurgesteld?
"Hij heeft me vooral verdrietig gemaakt. Die woorden van hem waren slechts marketing, ben ik bang. In zijn net verschenen boek zegt hij dat je homo's 'tactvol' moet bejegenen. Alsof wij verstandelijk gehandicapt zijn. Ik denk dat hij een verouderd beeld van homoseksuelen heeft. Hij praat er nog over zoals zijn moeder en oma dat deden."
U kwam uit de kast één dag voordat in Rome een bisschoppensynode over huwelijk en gezin zou beginnen. Dat was niet toevallig, denk ik.
"Ik wilde alleen een duidelijk protest laten horen ten overstaan van God en mijn eigen geweten. Er waren heel veel redenen om deze datum te kiezen. Twee dagen later zou ik weer college gaan geven. Ik wilde niet beginnen aan een reeks colleges en dan halverwege mijn studenten in de steek laten. "
Wat uw bedoelingen ook waren, het schokeffect heeft niet plaatsgevonden. De synode heeft nauwelijks over het onderwerp gesproken en in het slotdocument wordt geen enkele opening naar homo's gemaakt. Heeft het dan niet een tegenovergesteld effect gehad?
"Nee, dat hebben journalisten ervan gemaakt. Het is een goed excuus voor het mislukken van de synode op dit vlak. Ik ben toen juist uit de kast gekomen omdat ik gezien heb hoe die synode werd voorbereid. Vanuit de Congregatie voor de Geloofsleer is alles gedaan om het hele onderwerp van de synode weg te houden en er zo voor te zorgen dat alles hetzelfde bleef. "Elke discussie over homoseksualiteit is al van tevoren de nek omgedraaid. En de paus heeft daaraan meegewerkt. Hem ging het bij die bisschoppenvergadering vooral om de positie van hertrouwd gescheidenen, zo lijkt het. Misschien heeft hij sinds die beroemde uitspraak in dat vliegtuig intern wel zoveel verzet ondervonden, dat hij heeft gedacht: hier kan ik toch niets aan veranderen."
Wat moet de rooms-katholieke kerk concreet veranderen om homoseksuelen zoals u tegemoet te komen?
"Bij mijn coming-out heb ik tien punten aangegeven waarin de kerk zou moeten veranderen. Laat ik een paar belangrijke noemen. De leiders van de kerk moeten de homofobie zoals die in de kerk voorkomt, erkennen als een serieus probleem. Verder moet de kerk een grootschalige studie gaan doen, niet alleen naar homoseksualiteit, maar naar de menselijke seksualiteit in het algemeen. Een serieuze reflectie, zonder vooroordelen en rekening houdend met recent wetenschappelijk onderzoek. En dan bedoel ik ook de moderne bijbeluitleg. Ten slotte zou de kerk serieus moeite moeten doen om homoseksuelen werkelijk te leren kennen. Er is een enorm gebrek aan kennis. Op de Congregatie voor de Geloofsleer wisten ze bij wijze van spreken niet eens het verschil tussen een travestiet en een homoseksueel."
Charamsa woon tegenwoordig in Barcelona met zijn Spaanse vriend. Hij is op zoek naar een baan. Het Vaticaan ontsloeg hem nog tijdens de dag van zijn coming-out op staande voet en dat betekende: geen uitkering, geen pensioen, helemaal niets. Het lijkt alsof hij voor het Vaticaan nooit heeft bestaan. Toch heeft hij geen moment spijt gehad van zijn beslissing. "Ik ben gelukkiger dan ooit. Ik voel me bevrijd."
Wat zegt u tegen homoseksuele priesters die dit interview lezen?
"Dat ze de plicht hebben naar de kerk toe, om uit de kast te komen. Zeker als het hele goede priesters zijn. Of ze nou af en toe een affaire hebben, of een vaste vriend. Dit geldt overigens ook voor heteroseksuele priesters die een relatie met een vrouw hebben. Als homoseksuele priesters blijven zwijgen, zijn ze er verantwoordelijk voor dat de rooms-katholieke kerk een homofoob instituut blijft."
Ik ben altijd een gelovige man gebleven. En misschien was dat wel mijn probleem
Die ochtend verscheen er een groot interview met hem in een Italiaanse krant waarin hij aankondigde dat hij homo was en een innige relatie met zijn vriend had. Hij zou met diezelfde vriend naar een restaurant gaan om een persconferentie te geven. Nog één keer deed hij zijn priesterboord om. "Ik wilde de kerk laten zien: ik ben een homoseksuele priester en ik ben verliefd." Nu is hij in Nederland om te spreken op een congres van ABN Amro over diversiteit op de werkvloer. Hij zal zijn kerk niet sparen. Net als in dit interview. "Ik maakte deel uit van een inquisitie die homoseksuelen - mensen zoals ik - vervolgt. Voor mij werd dat ondraaglijk."
Toen u uit de kast kwam, omschreef u uw werkomgeving in het Vaticaan als homofoob. Wat bedoelde u daar precies mee?
"Als je aan homofobie denkt, denk je meteen aan lichamelijk geweld: twee mannen die op straat hand in hand lopen en worden aangevallen. Je kunt niet zeggen dat de katholieke kerk lichamelijk geweld tegen homo's propageert. De homofobie die ik heb meegemaakt is meer psychologisch van aard. Homo's worden als inferieur beschouwd. Mensen van de tweede categorie. In de ogen van de kerk kunnen homoseksuelen niet liefhebben en zijn ze alleen maar op zoek naar seksueel genot. Dit soort dingen werden bedacht en geformuleerd door de Congregatie voor de Geloofsleer waar ik werkte."
Hoe heeft u dat volgehouden?
"Ik ben altijd een gelovige man gebleven. En misschien was dat wel mijn probleem. Ik geloof in God en ik hou echt veel van mijn kerk. Misschien nam ik het allemaal wel te serieus. Dat zeiden mijn collega-priesters tenminste altijd. 'Laat het toch zitten', zeiden ze dan. 'Je hebt gelijk: wij moeten hier dingen verkondigen die in strijd zijn met allerlei wetenschappelijke feiten. Dat gaat misschien ooit nog wel een keer veranderen, maar hou je in de tussentijd rustig.' Ik wilde mij niet langer overgeven aan zoveel cynisme en besloot mijn consequenties te trekken."
U zegt dat minstens de helft van de priesters homoseksueel is. Wat hebben die te zoeken in een kerk die hen, zoals u stelt, als inferieur beschouwt?
"In de kerk kunnen homoseksuelen zich verborgen houden en tegelijkertijd ontplooien. Alleen vanwege het feit dat er heel veel priesters zijn met dezelfde seksuele geaardheid. En het zijn hele goede priesters. De beste priesters die ik gekend heb waren allemaal homoseksueel. Ze hebben een fijngevoeligheid voor mensen en hun problemen die heteroseksuele priesters vaak niet hebben."
Hoe verklaart u dat de meest harde uitspraken over homo's en lesbiennes vaak van bisschoppen en kardinalen komen die later zelf homo blijken te zijn?
"Als je verplicht wordt jezelf te haten om je homoseksualiteit, dan ga je - om overeind te blijven - alle mensen haten die zijn zoals jij. In 2005 heeft het Vaticaan bepaald dat mannen die homoseksualiteit praktiseren, diepgewortelde homoseksuele neigingen vertonen of de zogeheten homocultuur steunen, niet meer kunnen worden toegelaten tot priesteropleidingen. Dan heb je het over een vorm van segregatie die niet ver af staat van de rassenwetten van de nazi's en de anti-homomaatregelen van Poetin. Het is pure discriminatie."
Gaat die vergelijking niet veel te ver?
"Misschien wel. Maar ik kan geen andere vergelijking maken."
In zijn net verschenen boek zegt hij dat je homo's 'tactvol' moet bejegenen. Alsof wij verstandelijk gehandicapt zijn
Paus Franciscus lijkt een andere toon aan te slaan als het om homoseksuelen gaat. In zijn eerste jaar als paus zei hij tijdens een persconferentie in een vliegtuig: "Als iemand homo is, naar God zoekt en goede intenties heeft, wie ben ik dan om hem te veroordelen?" Bent u blij met hem?
"Wat hij daar zei, gaf mij hoop. Niet dat er meteen van alles ging veranderen, maar hij nam tenminste het woord 'homo' in de mond. Dat had voor hem nog geen enkele paus gedaan! Ook een vorm homofobie en discriminatie. Zo van: 'Jullie zijn zo pervers, dat we het woord waar jullie voor staan niet eens willen uitspreken'. Franciscus liet door het woord 'homo' uit te spreken, weten dat we bestaan, dat hij ons serieus neemt. Ik dacht: nu gaat mijn congregatie eindelijk eens homoseksualiteit serieus onderzoeken. Maar dat onderzoek kwam er helaas niet."
Heeft hij u teleurgesteld?
"Hij heeft me vooral verdrietig gemaakt. Die woorden van hem waren slechts marketing, ben ik bang. In zijn net verschenen boek zegt hij dat je homo's 'tactvol' moet bejegenen. Alsof wij verstandelijk gehandicapt zijn. Ik denk dat hij een verouderd beeld van homoseksuelen heeft. Hij praat er nog over zoals zijn moeder en oma dat deden."
U kwam uit de kast één dag voordat in Rome een bisschoppensynode over huwelijk en gezin zou beginnen. Dat was niet toevallig, denk ik.
"Ik wilde alleen een duidelijk protest laten horen ten overstaan van God en mijn eigen geweten. Er waren heel veel redenen om deze datum te kiezen. Twee dagen later zou ik weer college gaan geven. Ik wilde niet beginnen aan een reeks colleges en dan halverwege mijn studenten in de steek laten. "
Wat uw bedoelingen ook waren, het schokeffect heeft niet plaatsgevonden. De synode heeft nauwelijks over het onderwerp gesproken en in het slotdocument wordt geen enkele opening naar homo's gemaakt. Heeft het dan niet een tegenovergesteld effect gehad?
"Nee, dat hebben journalisten ervan gemaakt. Het is een goed excuus voor het mislukken van de synode op dit vlak. Ik ben toen juist uit de kast gekomen omdat ik gezien heb hoe die synode werd voorbereid. Vanuit de Congregatie voor de Geloofsleer is alles gedaan om het hele onderwerp van de synode weg te houden en er zo voor te zorgen dat alles hetzelfde bleef. "Elke discussie over homoseksualiteit is al van tevoren de nek omgedraaid. En de paus heeft daaraan meegewerkt. Hem ging het bij die bisschoppenvergadering vooral om de positie van hertrouwd gescheidenen, zo lijkt het. Misschien heeft hij sinds die beroemde uitspraak in dat vliegtuig intern wel zoveel verzet ondervonden, dat hij heeft gedacht: hier kan ik toch niets aan veranderen."
Als homoseksuele priesters blijven zwijgen, zijn ze er verantwoordelijk voor dat de rooms-katholieke kerk een homofoob instituut blijft
Wat moet de rooms-katholieke kerk concreet veranderen om homoseksuelen zoals u tegemoet te komen?
"Bij mijn coming-out heb ik tien punten aangegeven waarin de kerk zou moeten veranderen. Laat ik een paar belangrijke noemen. De leiders van de kerk moeten de homofobie zoals die in de kerk voorkomt, erkennen als een serieus probleem. Verder moet de kerk een grootschalige studie gaan doen, niet alleen naar homoseksualiteit, maar naar de menselijke seksualiteit in het algemeen. Een serieuze reflectie, zonder vooroordelen en rekening houdend met recent wetenschappelijk onderzoek. En dan bedoel ik ook de moderne bijbeluitleg. Ten slotte zou de kerk serieus moeite moeten doen om homoseksuelen werkelijk te leren kennen. Er is een enorm gebrek aan kennis. Op de Congregatie voor de Geloofsleer wisten ze bij wijze van spreken niet eens het verschil tussen een travestiet en een homoseksueel."
Charamsa woon tegenwoordig in Barcelona met zijn Spaanse vriend. Hij is op zoek naar een baan. Het Vaticaan ontsloeg hem nog tijdens de dag van zijn coming-out op staande voet en dat betekende: geen uitkering, geen pensioen, helemaal niets. Het lijkt alsof hij voor het Vaticaan nooit heeft bestaan. Toch heeft hij geen moment spijt gehad van zijn beslissing. "Ik ben gelukkiger dan ooit. Ik voel me bevrijd."
Wat zegt u tegen homoseksuele priesters die dit interview lezen?
"Dat ze de plicht hebben naar de kerk toe, om uit de kast te komen. Zeker als het hele goede priesters zijn. Of ze nou af en toe een affaire hebben, of een vaste vriend. Dit geldt overigens ook voor heteroseksuele priesters die een relatie met een vrouw hebben. Als homoseksuele priesters blijven zwijgen, zijn ze er verantwoordelijk voor dat de rooms-katholieke kerk een homofoob instituut blijft."
Wie is Krzysztof Charamsa?
Krzysztof Olaf Charamsa (43) is priester en theoloog. Hij werd geboren in Gdynia, Polen, waar hij in 1997 tot priester werd gewijd. Hij studeerde theologie en filosofie in Zwitserland en behaalde zijn doctoraat aan de Pauselijke Gregoriaanse Universiteit in Rome. Hierna maakte hij snel carrière in het Vaticaan. In 2003 ging hij werken voor de Congregatie voor de Geloofsleer, die waakt over de zuiverheid van het katholieke geloof. Verder was hij assistent-secretaris van de Internationale Theologencommissie, een belangrijk adviesorgaan van de paus. Ook gaf hij les aan pauselijke universiteiten.