Joodse historie is meer dan Shoah en Israël
Bron : trouw - door : Stijn Fens - 26 maart 2015
© . Een perfecte plek om opnieuw te beginnen: de Amsterdamse wijk Buitenveldert.
Bron : trouw - door : Stijn Fens - 26 maart 2015
© . Een perfecte plek om opnieuw te beginnen: de Amsterdamse wijk Buitenveldert.
INTERVIEW Honderd vensters telt de 'Canon van 700 jaar Joods Nederland', die vandaag verschijnt. Slechts zes van die vensters gaan over de Tweede Wereldoorlog. Samensteller Bart Wallet legt uit waarom.
Van een dertiende-eeuwse Jodenstraat in Maastricht tot de discussie over het ritueel slachten in 2011. Van Anne Frank tot Buitenveldert, van Spinoza tot Soetendorp. Het komt allemaal voorbij in de 'Canon van 700 jaar Joods Nederland' die vandaag verschijnt. Honderd 'vensters' over politiek, cultuur, religie, belangrijke rabbijnen, maar ook de marskramer en bekende Joodse sporters. VU-historicus Bart Wallet, samen met Tirtsah Levie Bernfeld samensteller van de Canon, licht toe.
Waarom moest deze Canon er komen?
"Er is de laatste tijd veel ontdekt over de geschiedenis van de Joden in ons land en dat is allemaal terechtgekomen in dikke boeken. Maar voor de gemiddelde Nederlander die op een zaterdagmiddag op de bank iets over Joden in ons land wil lezen, was er eigenlijk niets. Ons beeld van Joden is vrij karikaturaal: de Shoah en Israël, verder komen we niet. Wij willen laten zien dat het Joodse verhaal meer is dan die twee dingen."
Hebben de Nederlandse joden er zelf ook wat aan?
"Natuurlijk. Ook voor hen is veel verborgen gebleven. Ik zie de Canon dan ook als een mogelijkheid voor de Joodse gemeenschap om haar geschiedenis te kunnen herwaarderen."
Hoe zijn jullie te werk gegaan?
"We hebben de nadruk willen leggen op het verhaal van de Joodse gemeenschap en minder op wat de Joden voor de Nederlandse samenleving hebben betekend. Natuurlijk behandelen we de Joodse burgemeesters van Amsterdam en de eerste Joodse minister (Michel Henri Godefroi, in 1860), maar het gaat vooral over de 'binnenkant' van de Nederlandse Joden. En dan vallen de feministe Aletta Jacobs en Tobias Asser, winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede in 1911, jammer genoeg buiten de boot." De aandacht voor de Tweede Wereldoorlog lijkt, met zes vensters, aan de magere kant. Doen jullie dat bewust? "Voor de Joden in ons land is de Duitse bezetting een zeer donkere bladzijde en natuurlijk ook een grote breuk in hun geschiedenis. Het beeld van Joden als slachtoffers is wijdverbreid. Daar lopen we niet van weg, maar er is meer: we willen ook de enorme culturele rijkdom en creativiteit laten zien de Joden in al die eeuwen tentoon hebben gespreid. Aan de andere kant besteden we ook aandacht aan Joodse slagers en aan het Joods Maatschappelijk Werk. Het beeld kan niet rijk genoeg zijn. "Deze Canon komt op een moment dat Jodenhaat weer aan de orde van de dag lijkt; in een supermarkt in Parijs, in een museum in Brussel en gewoon op straat in Nederland. Joden zijn weer bang voor wat komen gaat, dat voel je. De Joodse gemeenschap is klein en gefragmenteerd, maar ze is er nog. Met een rijk verleden achter zich. Dat laat deze Canon zien. Wees er trots op", zou ik willen zeggen."
Van een dertiende-eeuwse Jodenstraat in Maastricht tot de discussie over het ritueel slachten in 2011. Van Anne Frank tot Buitenveldert, van Spinoza tot Soetendorp. Het komt allemaal voorbij in de 'Canon van 700 jaar Joods Nederland' die vandaag verschijnt. Honderd 'vensters' over politiek, cultuur, religie, belangrijke rabbijnen, maar ook de marskramer en bekende Joodse sporters. VU-historicus Bart Wallet, samen met Tirtsah Levie Bernfeld samensteller van de Canon, licht toe.
Waarom moest deze Canon er komen?
"Er is de laatste tijd veel ontdekt over de geschiedenis van de Joden in ons land en dat is allemaal terechtgekomen in dikke boeken. Maar voor de gemiddelde Nederlander die op een zaterdagmiddag op de bank iets over Joden in ons land wil lezen, was er eigenlijk niets. Ons beeld van Joden is vrij karikaturaal: de Shoah en Israël, verder komen we niet. Wij willen laten zien dat het Joodse verhaal meer is dan die twee dingen."
Hebben de Nederlandse joden er zelf ook wat aan?
"Natuurlijk. Ook voor hen is veel verborgen gebleven. Ik zie de Canon dan ook als een mogelijkheid voor de Joodse gemeenschap om haar geschiedenis te kunnen herwaarderen."
Hoe zijn jullie te werk gegaan?
"We hebben de nadruk willen leggen op het verhaal van de Joodse gemeenschap en minder op wat de Joden voor de Nederlandse samenleving hebben betekend. Natuurlijk behandelen we de Joodse burgemeesters van Amsterdam en de eerste Joodse minister (Michel Henri Godefroi, in 1860), maar het gaat vooral over de 'binnenkant' van de Nederlandse Joden. En dan vallen de feministe Aletta Jacobs en Tobias Asser, winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede in 1911, jammer genoeg buiten de boot." De aandacht voor de Tweede Wereldoorlog lijkt, met zes vensters, aan de magere kant. Doen jullie dat bewust? "Voor de Joden in ons land is de Duitse bezetting een zeer donkere bladzijde en natuurlijk ook een grote breuk in hun geschiedenis. Het beeld van Joden als slachtoffers is wijdverbreid. Daar lopen we niet van weg, maar er is meer: we willen ook de enorme culturele rijkdom en creativiteit laten zien de Joden in al die eeuwen tentoon hebben gespreid. Aan de andere kant besteden we ook aandacht aan Joodse slagers en aan het Joods Maatschappelijk Werk. Het beeld kan niet rijk genoeg zijn. "Deze Canon komt op een moment dat Jodenhaat weer aan de orde van de dag lijkt; in een supermarkt in Parijs, in een museum in Brussel en gewoon op straat in Nederland. Joden zijn weer bang voor wat komen gaat, dat voel je. De Joodse gemeenschap is klein en gefragmenteerd, maar ze is er nog. Met een rijk verleden achter zich. Dat laat deze Canon zien. Wees er trots op", zou ik willen zeggen."
1675: Inwijding van de Portugese Synagoge
In de zeventiende eeuw emigreerden grote groepen Spanjaarden en Portugezen naar Nederland. Zij bekeerden zich hier 'terug' tot het oorspronkelijke geloof van hun voorouders, die vrijwillig of gedwongen tot het christendom waren overgegaan. Deze 'nieuwe joden' kregen in 1675 in Amsterdam een synagoge die plek had voor 1200 mannen en 440 vrouwen. Toeristen uit die tijd verbaasden zich over de openheid waarmee in de Republiek het joods geloof beleden kon worden. De synagoge, die ongeschonden de Tweede Wereldoorlog doorkwam, is nog altijd in gebruik.
1928: Ben Bril op de Olympische Spelen
"Als je mijn zoon was, dan stuurde ik je met een bord pap naar bed", zei de arts die de jonge Ben Bril (1912-2003) onderzocht voor diens eerste bokswedstrijd. De dunne benen onder de korte broek voorspelden weinig goeds. Maar Bril won de partij met overmacht. Acht maal werd hij Nederlands kampioen. Hij debuteerde op de Spelen van Amsterdam, in 1928, maar een olympische medaille won Bril nooit. In 1932 liep hij uitzending mis door een antisemitisch bestuurslid van de boksbond, en vier jaar later zag hij af van deelname aan de Spelen in Berlijn, vanwege het naziregime.
1958: Buitenveldert
Een perfecte plek om opnieuw te beginnen: de Amsterdamse wijk Buitenveldert. Het was er modern en groen. En Amsterdam-Zuid, waar alle voorzieningen waren, was dichtbij. Nadat in 1958 de eerste steen was gelegd, ontwikkelde Joodse gezinnen een grote voorliefde voor het nieuwe stadsdeel. Wat de Jodenbreestraat in het centrum van de hoofdstad was voor de oude Jodenbuurt, werd nu de Kastelenstraat: dé plek waar op vrijdag, voor het ingaan van de sjabbat, iedereen elkaar tegenkwam bij het boodschappen doen.