IJzersterk merk IS spreekt ook extremisten in Azië aan
Bron : Trouw - door : Iris Ludeker - 3 februari 2016
© Trouw.
Bron : Trouw - door : Iris Ludeker - 3 februari 2016
© Trouw.
Afghanistan, Bangladesh, Indonesië: geen land in Zuid- of Zuidoost-Azië lijkt nog veilig voor Islamitische Staat. Hebben die landen te vrezen van een structurele oostelijke uitbreiding van het door de islamisten uitgeroepen kalifaat, of geeft de IS-leiding vooral ruim baan aan lokale sympathisanten?
Michael Kugelman, Azië-specialist bij het Amerikaanse Wilson Institute, houdt het vooralsnog op het laatste. IS heeft een verleidelijk merk, stelt hij, een merk dat voor jihadisten overal ter wereld, dus zeker ook in overwegend islamitische landen in Azië, beschikt over een grote aantrekkingskracht. Het is een club waar je bij wil horen. Dat betekent dat wat nu in oostelijk Azië gebeurt, de aanslagen en de groei van de beweging, niet per se wordt aangestuurd door de leiders in het kalifaat in Syrië en Irak, en dat eerder een bestaande terroristische infrastructuur nieuw leven wordt ingeblazen.
Eigen strijdgroep
Kijk bijvoorbeeld naar het (zuid)oosten van Afghanistan. Daar zijn sinds ruim een jaar volgens Amerikaanse schattingen enkele duizenden strijders actief die zich als IS afficheren, en die zelfs gebied in de provincie Nangarhar onder controle hebben. Feitelijk gaat het daar om Pakistanen en Afghanen die ontevreden waren binnen de Taliban en hun eigen strijdgroep zijn begonnen, onder de banier van IS. Weliswaar riep IS Afghanistan en Pakistan uit tot officiële provincie (wiliyat) van het kalifaat, maar over de daadwerkelijke aansturing vanuit Raqqa of Mosul (IS-hoofdsteden in Syrië en Irak) zegt dat volgens Kugelman niets. "Er zijn slechts vage banden tussen het centrale leiderschap in het Midden-Oosten en lokale commandanten in Afghanistan en Pakistan", stelt hij. "Er is geen duidelijk bewijs dat IS-strijders in Afghanistan worden gecoördineerd door IS-centraal." Die los-vaste verbinding geldt verder naar het oosten misschien nog wel sterker. In Bangladesh zijn jonge jihadisten actief die het afgelopen jaar 'afvalligen', buitenlanders en sjiieten als doelwit kozen. In zijn digitale glossy Dabiq eiste IS eind vorig jaar enkele van die aanslagen op. Maar er zijn geen aanwijzingen dat IS een daadwerkelijk operationeel centrum heeft in het land.
Bahrun Naim
In Indonesië en Maleisië liggen de zaken nog weer iets anders. Daar lijken wel degelijk banden te zijn tussen Syrië/Irak en lokale jihadisten. De aanslag in Jakarta, vorige maand, werd volgens de autoriteiten aangestuurd en gesponsord door de Indonesiër Bahrun Naim in Syrië, een propagandist voor de Indonesische en Maleisische strijders die naar het kalifaat zijn getrokken. Een paar honderd Zuidoost-Aziaten strijden daar in hun eigen IS-militie, de Katiba Nusantara. Naim heeft al eerder geprobeerd om 'thuis' aanslagen te plegen, zegt Sidney Jones, directeur van het Institute for policy analysis in conflict in Jakarta. Zij ziet geen aanwijzingen dat Naim door de IS-leiders wordt aangestuurd, "maar een initiatief om aanslagen in Indonesië te plegen die internationaal de aandacht trekken, zal door de leiding vast worden toegejuicht". Zeker in Indonesië, Maleisië en de Filippijnen is een flinke voedingsbodem voor en een traditie van jihad: de nu verzwakte regionale terreurorganisatie Jemaah Islamiah zaaide er zo'n tien jaar geleden dood en verderf, elders in de regio zijn meer terreurgroepen actief. In Indonesië hebben zeker duizend mensen een eed van trouw gezworen aan het IS-kalifaat, en ook in Maleisië lopen sympathisanten rond. Vorige week werd nog een wervend filmpje van de Katiba Nusantara via internet verspreid.
Uitbesteden
Het grootste gevaar voor het Oosten schuilt volgens Jones, en Kugelman, dan ook niet zozeer in snode plannen van de centrale IS-leiding. Die kunnen de planning en uitvoering van aanslagen in oostelijk Azië en de uitbreiding van het IS-merk rustig uitbesteden aan enthousiaste volgelingen ter plaatse - eventueel aangestuurd door landgenoten die vechten of hebben gevochten in Syrië en Irak. De aanslag in Jakarta was nog wat amateuristisch (vier doden), maar dat zal niet lang meer duren, denkt Jones. "Het is een kwestie van tijd tot ze beter worden, en dat Bahrun Naim bijvoorbeeld een instructeur stuurt die techniek en discipline brengt." Kugelman zegt iets dergelijks. "We hoeven ons niet zozeer zorgen te maken dat IS naar Azië gaat, alswel dat militanten naar IS gaan om te leren vechten, en terugkomen om aanslagen te plegen. Dat moeten we niet licht opvatten. Het is best eng."
Vorige generatie terroristen ziet zich genoodzaakt te kiezen voor nog grover geweld
Een extra zorgelijk element van de expansie van IS-activiteiten naar het oosten is dat ze lokaal radicaliserend kan werken. Zo gebruiken de IS-aanhangers in Afghanistan terreurtechnieken die zelfs onder Taliban- en Al-Qaida-strijders ongebruikelijk zijn - zoals het liquideren van burgers door ze op een bom neer te zetten. Noodgedwongen zouden andere jihadclubs ook gruwelijker methoden kunnen gaan gebruiken. Het kan ook het bestaande strijdtoneel ingewikkelder maken. Zo wordt er in Afghanistan inmiddels niet alleen meer gevochten tussen de Taliban en de Afghaanse overheid, maar ook tussen die beide partijen en IS. En de VS hebben inmiddels de bevoegdheden van hun strijdkrachten opgerekt, zodat ze IS in de provincie Nangarhar makkelijker kunnen aanpakken met bombardementen en commando-acties. Maandag verwoestten ze daarbij nog het lokale IS-radiostation 'Stem van het kalifaat'. Ook in Zuidoost-Azië kan concurrentie een escalerend effect hebben, zegt terreurexpert Sidney Jones. Terreurbeweging Jemaah Islamiah (JI) heeft sinds een aantal jaren geweld afgezworen en zich tegen IS uitgesproken. "Die competitie kan zich op een dodelijke manier wreken", zegt Jones. Door de opkomst van IS-aanhangers zou JI zich volgens haar gedwongen kunnen voelen om ook weer de wapens op te pakken.
.
Michael Kugelman, Azië-specialist bij het Amerikaanse Wilson Institute, houdt het vooralsnog op het laatste. IS heeft een verleidelijk merk, stelt hij, een merk dat voor jihadisten overal ter wereld, dus zeker ook in overwegend islamitische landen in Azië, beschikt over een grote aantrekkingskracht. Het is een club waar je bij wil horen. Dat betekent dat wat nu in oostelijk Azië gebeurt, de aanslagen en de groei van de beweging, niet per se wordt aangestuurd door de leiders in het kalifaat in Syrië en Irak, en dat eerder een bestaande terroristische infrastructuur nieuw leven wordt ingeblazen.
Eigen strijdgroep
Kijk bijvoorbeeld naar het (zuid)oosten van Afghanistan. Daar zijn sinds ruim een jaar volgens Amerikaanse schattingen enkele duizenden strijders actief die zich als IS afficheren, en die zelfs gebied in de provincie Nangarhar onder controle hebben. Feitelijk gaat het daar om Pakistanen en Afghanen die ontevreden waren binnen de Taliban en hun eigen strijdgroep zijn begonnen, onder de banier van IS. Weliswaar riep IS Afghanistan en Pakistan uit tot officiële provincie (wiliyat) van het kalifaat, maar over de daadwerkelijke aansturing vanuit Raqqa of Mosul (IS-hoofdsteden in Syrië en Irak) zegt dat volgens Kugelman niets. "Er zijn slechts vage banden tussen het centrale leiderschap in het Midden-Oosten en lokale commandanten in Afghanistan en Pakistan", stelt hij. "Er is geen duidelijk bewijs dat IS-strijders in Afghanistan worden gecoördineerd door IS-centraal." Die los-vaste verbinding geldt verder naar het oosten misschien nog wel sterker. In Bangladesh zijn jonge jihadisten actief die het afgelopen jaar 'afvalligen', buitenlanders en sjiieten als doelwit kozen. In zijn digitale glossy Dabiq eiste IS eind vorig jaar enkele van die aanslagen op. Maar er zijn geen aanwijzingen dat IS een daadwerkelijk operationeel centrum heeft in het land.
Bahrun Naim
In Indonesië en Maleisië liggen de zaken nog weer iets anders. Daar lijken wel degelijk banden te zijn tussen Syrië/Irak en lokale jihadisten. De aanslag in Jakarta, vorige maand, werd volgens de autoriteiten aangestuurd en gesponsord door de Indonesiër Bahrun Naim in Syrië, een propagandist voor de Indonesische en Maleisische strijders die naar het kalifaat zijn getrokken. Een paar honderd Zuidoost-Aziaten strijden daar in hun eigen IS-militie, de Katiba Nusantara. Naim heeft al eerder geprobeerd om 'thuis' aanslagen te plegen, zegt Sidney Jones, directeur van het Institute for policy analysis in conflict in Jakarta. Zij ziet geen aanwijzingen dat Naim door de IS-leiders wordt aangestuurd, "maar een initiatief om aanslagen in Indonesië te plegen die internationaal de aandacht trekken, zal door de leiding vast worden toegejuicht". Zeker in Indonesië, Maleisië en de Filippijnen is een flinke voedingsbodem voor en een traditie van jihad: de nu verzwakte regionale terreurorganisatie Jemaah Islamiah zaaide er zo'n tien jaar geleden dood en verderf, elders in de regio zijn meer terreurgroepen actief. In Indonesië hebben zeker duizend mensen een eed van trouw gezworen aan het IS-kalifaat, en ook in Maleisië lopen sympathisanten rond. Vorige week werd nog een wervend filmpje van de Katiba Nusantara via internet verspreid.
Uitbesteden
Het grootste gevaar voor het Oosten schuilt volgens Jones, en Kugelman, dan ook niet zozeer in snode plannen van de centrale IS-leiding. Die kunnen de planning en uitvoering van aanslagen in oostelijk Azië en de uitbreiding van het IS-merk rustig uitbesteden aan enthousiaste volgelingen ter plaatse - eventueel aangestuurd door landgenoten die vechten of hebben gevochten in Syrië en Irak. De aanslag in Jakarta was nog wat amateuristisch (vier doden), maar dat zal niet lang meer duren, denkt Jones. "Het is een kwestie van tijd tot ze beter worden, en dat Bahrun Naim bijvoorbeeld een instructeur stuurt die techniek en discipline brengt." Kugelman zegt iets dergelijks. "We hoeven ons niet zozeer zorgen te maken dat IS naar Azië gaat, alswel dat militanten naar IS gaan om te leren vechten, en terugkomen om aanslagen te plegen. Dat moeten we niet licht opvatten. Het is best eng."
Vorige generatie terroristen ziet zich genoodzaakt te kiezen voor nog grover geweld
Een extra zorgelijk element van de expansie van IS-activiteiten naar het oosten is dat ze lokaal radicaliserend kan werken. Zo gebruiken de IS-aanhangers in Afghanistan terreurtechnieken die zelfs onder Taliban- en Al-Qaida-strijders ongebruikelijk zijn - zoals het liquideren van burgers door ze op een bom neer te zetten. Noodgedwongen zouden andere jihadclubs ook gruwelijker methoden kunnen gaan gebruiken. Het kan ook het bestaande strijdtoneel ingewikkelder maken. Zo wordt er in Afghanistan inmiddels niet alleen meer gevochten tussen de Taliban en de Afghaanse overheid, maar ook tussen die beide partijen en IS. En de VS hebben inmiddels de bevoegdheden van hun strijdkrachten opgerekt, zodat ze IS in de provincie Nangarhar makkelijker kunnen aanpakken met bombardementen en commando-acties. Maandag verwoestten ze daarbij nog het lokale IS-radiostation 'Stem van het kalifaat'. Ook in Zuidoost-Azië kan concurrentie een escalerend effect hebben, zegt terreurexpert Sidney Jones. Terreurbeweging Jemaah Islamiah (JI) heeft sinds een aantal jaren geweld afgezworen en zich tegen IS uitgesproken. "Die competitie kan zich op een dodelijke manier wreken", zegt Jones. Door de opkomst van IS-aanhangers zou JI zich volgens haar gedwongen kunnen voelen om ook weer de wapens op te pakken.
.