De vrouw als lolly: God voor ogen, broek dicht
Bron : Trouw - door : Mineke Schipper - 30 januari 2016
ESSAY Als mannen opgewonden raken is dat de schuld van vrouwen. Dat hardnekkige idee is niet exclusief islamitisch, en stoelt op een vernederend mensbeeld, betoogt Mineke Schipper.
Keulen hebben we gehad. Malmö. En eerder Cairo. Wat nu? De even populaire als onterechte 'mannen-zijn-nu-eenmaal-zo' redenering is problematisch en Sylvain Ephimenco's verongelijkte reactie daarop begrijpelijk. Staan vrouwen uit het Midden-Oosten 'stilzwijgend achter de aanrandingscultuur', zoals de Syrisch-Nederlandse Daad Kajo in Trouw betoogde?
En wat te denken van de streng beschuldigende blik van Hafid Bouazza, zelf een Berber, op 'de' Arabieren die zich al vroeg verbaasden over 'de hoffelijke manier waarop westerse vrouwen werden behandeld' en die 'al sinds de kruistochten hun potentie afzetten tegen de vermeende zwakte van de christenen' (NRC). Waar komt dat verschil vandaan?
Het christendom ontstond in het Midden-Oosten uit het jodendom, net als later de islam. Jezus, zelf een Jood, had radicale denkbeelden die zijn volgelingen overnamen. Na zijn dramatische dood begonnen ze een eigen beweging die brak met de synagoge en zich uitbreidde naar Noord-Afrika en Europa. Geïnspireerd door Jezus' ideeën preekte het vroege christendom dat ieder mens een kostbaar individu was met een persoonlijk geweten en eigen verantwoordelijkheid; ja zelfs vrouwen en slaven hadden recht op vrijheid en gelijkheid. Een opruiende boodschap in van oudsher hiërarchisch georganiseerde samenlevingen. Vrouwen kregen functies in de oudste kerken en preekten net als mannen.
Autonome individu
Deze christelijke gedachtengang legde, met vallen en opstaan, de basis voor de hedendaagse westerse cultuur met democratische grondrechten voor iedereen. Toen de kerk uitgroeide tot een machtig instituut, kwamen hardnekkige patriarchale opvattingen vaak weer bovendrijven, maar de basis voor de westerse visie op het autonome individu was gelegd. Ideeën over lichaam en seks dankt de westerse wereld aan Joodse en Griekse tradities. Het jodendom interpreteerde naaktheid als statusverlies: wie naakt was, vernederde zich tot slaaf of prostituee of krankzinnige. De Grieken lieten de mensheid hun idealisering van het naakt na, maar er was ook een heel andere Griekse opvatting. Dankzij de filosofie van de Stoa (300 v. C.-250 n. C.), heerste in de laat-klassieke wereld ook het idee dat maagdelijkheid mensen 'zuiverder' maakte. De Stoa bepleitte zelfbeheersing en onthouding in plaats van seksueel genot, drank- en vraatzucht. Buitenechtelijke seks werd veroordeeld en de olifant werd de mens tot voorbeeld gesteld, omdat dit dier maar eens in de twee jaar paarde. Het huwelijk was voor wie niet zonder lust kon leven, maar niets was weerzinwekkender dan 'de liefde bedrijven met je eigen vrouw alsof ze een echtbreekster was', schreef Stoa-aanhanger Seneca, een tijdgenoot van Jezus. Het is veelzeggend dat paus Johannes Paulus II in de twintigste eeuw hartstocht afserveerde als 'echtbreuk met je eigen vrouw'.
Zonder gêne
In de tweede eeuw noemde Galenus, de beroemde Griekse lijfarts van keizer Marcus Aurelius, de christenen voorbeeldig vanwege hun seksuele matigheid; anders dan hij geloofden zij dat afzien van seks de mens dichter bij God zou brengen. Het verplichte priestercelibaat is er een hardnekkig overblijfsel van. Vroege christenen hadden zeker geen lichaamsvijandige ideeën. Nieuwe bekeerlingen gingen in het bijzijn van medegelovigen zonder gêne uit de kleren voordat ze naakt werden ondergedompeld bij de doop. Religies beïnvloeden hoe mensen naar hun eigen lichaam en naar dat van anderen kijken. 'Schaamte' verwees in orthodox-joodse (en latere islamitische) tradities bij mannen naar de genitaliën en bij vrouwen naar het hele lichaam. Dat moest steeds uitvoeriger bedekt worden om mannelijke opwinding te voorkomen. Er zijn verhalen over een 'heilige rabbi' die nooit naar zijn eigen penis keek en die ook nooit aanraakte. Het leven van de gelovige is niet altijd eenvoudig. Ook kerkvaders als Tertullianus (160-230) vonden dat een vrouw die zich liet zien, er zelf voor koos 'zich te prostitueren', want alle vrouwen deelden in de verleidingsmacht van voormoeder Eva en dat maakte sluiers noodzakelijk. De inperking van vrouwen in de drie Boekreligies onthult peilloze mannelijke angst voor het onvoorspelbare gedrag van de penis. Tegelijkertijd werd mannelijk gezag voorgesteld als vanzelfsprekend. Kerkvader Augustinus (354-430) meende dat de man geschapen was om over de vrouw te heersen, 'zoals de geest over het vlees heerst'. Hij seksualiseerde de zonde en op den duur werd het oorspronkelijke christelijke verhaal over keuzevrijheid, zelfbeheersing en verantwoordelijkheid vooral een verhaal van onderworpenheid aan zonde - en zonde hing samen met seks en genot. Terwijl Jezus juist het stenigen van overspelige vrouwen had bekritiseerd, want iedereen had wel eens last van opwinding of een overspelige gedachte. Dat de christelijke overlevering zelf ook met opwinding heeft geworsteld, daarvan getuigen de voorbeelden van kluizenaars die zichzelf tuchtigden en van ascetische maagden die hun lijf uitmergelden totdat hun borsten verlepten en hun menstruatie opdroogde - om eigen lust uit te blussen, maar vooral om geen lust meer op te roepen bij de andere sekse.
Beschaamd
In een beroemde passage in 'Over de Stad Gods' verwijst Augustinus naar Adam en Eva die vóór de zondeval naakt in het paradijs verbleven en niet beseften hoe gezegend ze waren, toen lichaamsdelen nog niet 'buiten hun wil om in beweging kwamen'. Na de zondeval "voltrok zich in de bewegingen van hun lichaam iets schaamteloos nieuws dat hun naaktheid schaamtevol heeft gemaakt; en toen ze dit opmerkten waren ze beschaamd." Volgens seksuoloog en psycholoog Havelock Ellis bedoelde Augustinus dat er in het paradijs geen ongewilde erecties bestonden. Voor die oncontroleerbare mannelijke beweeglijkheid - het bleef een zonde, ook al overkwam het je zonder dat je er veel aan kon doen - werden vooral vrouwen verantwoordelijk gehouden. Het blijft verbazen dat zoveel vrouwen zich eeuwenlang die visie hebben laten opdringen, een visie die hun eigen vrijheid zo dramatisch heeft ingeperkt. Flinke aantallen gingen een stap verder door de hele verantwoordelijkheid voor mannelijke opwinding op te eisen, 'omdat mannen nu eenmaal beesten zijn'. Veel comleet bedekte moslimvrouwen geloven dat ook nu nog. En dat geldt ook voor sommige ultraorthodoxe Joodse Haredivrouwen die menen dat zij 'mannen van zichzelf redden' door niet langer alleen hun lijf, maar ook hun gezicht te verbergen. Is dat extreme onderworpenheid of ijdele arrogantie? Waarom klinkt er zo weinig protest tegen dit veronderstelde brevet van mannelijk onvermogen om de eigen penis in toom te houden?
Corpus delicti
Met vallen en opstaan leerde de westerse samenleving dit absurde denkpatroon los te laten. Net als de op zelfdiscipline gerichte Griekse Stoa deed het vroege christendom een appèl op zelfbeheersing van de mens, met veel nadruk op individuele verantwoordelijkheid. Godzijdank heeft iedereen hier nu gelijke rechten, en mag niemand de verantwoordelijkheid voor eigen opwinding afschuiven op de persoon aan wie hij (of zij) zich vergrijpt. Dat willen de meesten van ons graag zo houden. In de islamitische overlevering is de welbekende visie op het corpus delicti als volgt vastge legd: "Als het mannelijke orgaan zwelt, is dat een alles overweldigende catastrofe: eenmaal op gang gebracht, kan geen rede of godsdienst daartegen op, want dit orgaan is machtiger dan alle middelen die Satan tegen de mens inzet." Deze bekende uitspraak komt van Ibn Abbas (566-653), een gerespecteerde metgezel van de profeet Mohammed en kenner van de tradities. De opvatting dat mannen tegenover deze 'catastrofe' machteloos staan geniet nog volop gezag. De vermeende oplossing voor dit euvel staat op een poster met twee lolly's, de ene in cellofaan verpakt, de andere niet. In Cairo zag ik die een paar jaar geleden voor het eerst. Op de onverpakte lolly komen vliegen af en de boodschap blijft dat vrouwen die lastiggevallen worden, dat in de eerste plaats aan zichzelf te wijten hebben. Dankzij Saudische oliedollars circuleert deze boodschap nu wereldwijd, ook in het Westen.
Vrijbrief?
Op de Nederlandse versie staat: "Bedek jezelf. Je kunt ze niet vermijden, maar je kunt jezelf wel beschermen. Jouw Schepper weet beter wat goed is voor jou." Het klinkt als een vrijbrief voor mannen om zich beestachtig te gedragen tegenover vrouwen zonder hoofdbedekking: die lijken voor het grijpen, en dat is precies wat in steden als Keulen en Cairo gebeurt. Maar een redenering die mannen associeert met weerloos ongedierte is ook een grievende belediging voor de helft van de mensheid. De naïeve veronderstelling dat bedekte vrouwen vanzelf gerespecteerd worden klopt helaas niet met de werkelijkheid in islamitische samenlevingen. Uit onderzoek in een land als Egypte (2011) blijkt dat acht op de tien vrouwen seksueel waren lastiggevallen, meer dan 70 procent van hen met hoofdbedekking of zelfs in nikaab. In The New Statesman reageerde onlangs een moslim verontwaardigd op de onder zijn conservatieve geloofsgenoten nog steeds buitengewoon populaire lollyboodschap op sociale media. "Als moslim", schrijft deze Ro Waseem, "heb ik het helemaal gehad met onze bedekkingsobsessie." Hij pleit ervoor vrouwen eindelijk "niet langer vast te pinnen op hun uiterlijk en hen niet langer te verlagen tot objecten die hoofdzakelijk dienen als toegang tot seks... Dat zal ons verbazingwekkend ver brengen."
Sekseverschillen
Zulke uitspraken zijn hard nodig in de hedendaagse samenleving. Hoe meer nadruk op ieders eigen verantwoordelijkheid, des te minder wordt verplichte hoofd- en lichaamsbedekking van de andere sekse een obsessief punt van seksuele aandacht. De nadruk op sekseverschillen en de mythe van het onbeheersbare mannenlijf hebben altijd in dienst gestaan van politieke en religieuze systemen die vrouwen kleineerden en marginaliseerden. Gelovige moslims, mannen en vrouwen, kunnen die doodlopende straat van binnenuit openbreken - een urgente taak. Ook de kerk heeft bijgedragen aan de dominante positie van de man, telkens wanneer vrouwen te horen kregen dat ze aan hun echtgenoot onderworpen moesten zijn en zich bij voorkeur niet in de openbare ruimte moesten laten zien en horen. In de westerse samenleving is het bon ton om negatief te doen over 'de kerk', vooral bij een gefrustreerde generatie die zwaar te lijden heeft gehad onder taboes op lijf en seksualiteit. Die frustraties zijn inmiddels weggeëbd, maar het is een slecht idee om het kind met het badwater weg te gooien, want het morele fundament van onze verworven vrijheden wortelt diep in het vroegste christendom, waar mannen en vrouwen elkaar respecteerden als gelijken. De oude mythe van de onbeheersbare penis moet verdwijnen en er moet flink opgevoed worden. Mens-zijn is meer dan het willoos achternalopen van instincten. De cultuurgeschiedenis laat dat op allerlei manieren zien. Zelfs volken die (tot voor kort) naakt liepen, verboden een zichtbare eikel in de openbare ruimte en om aan die eis te voldoen namen mannen hun eigen verantwoordelijkheid: door een touwtje strak om hun voorhuid te binden of een penishouder te dragen. De Griekse Stoa en vroegchristelijke gemeenschappen legden de nadruk op zelfdiscipline, de menselijke wil en persoonlijke verantwoordelijkheid. Die boodschap klinkt door in de oude wijsheid die Friese vaders hun zonen meegaven als ze een avondje gingen stappen: 'Hou God voor ogen en de broek dicht.' Misschien iets voor posters nieuwe stijl?
.
Bron : Trouw - door : Mineke Schipper - 30 januari 2016
ESSAY Als mannen opgewonden raken is dat de schuld van vrouwen. Dat hardnekkige idee is niet exclusief islamitisch, en stoelt op een vernederend mensbeeld, betoogt Mineke Schipper.
Keulen hebben we gehad. Malmö. En eerder Cairo. Wat nu? De even populaire als onterechte 'mannen-zijn-nu-eenmaal-zo' redenering is problematisch en Sylvain Ephimenco's verongelijkte reactie daarop begrijpelijk. Staan vrouwen uit het Midden-Oosten 'stilzwijgend achter de aanrandingscultuur', zoals de Syrisch-Nederlandse Daad Kajo in Trouw betoogde?
En wat te denken van de streng beschuldigende blik van Hafid Bouazza, zelf een Berber, op 'de' Arabieren die zich al vroeg verbaasden over 'de hoffelijke manier waarop westerse vrouwen werden behandeld' en die 'al sinds de kruistochten hun potentie afzetten tegen de vermeende zwakte van de christenen' (NRC). Waar komt dat verschil vandaan?
Het christendom ontstond in het Midden-Oosten uit het jodendom, net als later de islam. Jezus, zelf een Jood, had radicale denkbeelden die zijn volgelingen overnamen. Na zijn dramatische dood begonnen ze een eigen beweging die brak met de synagoge en zich uitbreidde naar Noord-Afrika en Europa. Geïnspireerd door Jezus' ideeën preekte het vroege christendom dat ieder mens een kostbaar individu was met een persoonlijk geweten en eigen verantwoordelijkheid; ja zelfs vrouwen en slaven hadden recht op vrijheid en gelijkheid. Een opruiende boodschap in van oudsher hiërarchisch georganiseerde samenlevingen. Vrouwen kregen functies in de oudste kerken en preekten net als mannen.
Autonome individu
Deze christelijke gedachtengang legde, met vallen en opstaan, de basis voor de hedendaagse westerse cultuur met democratische grondrechten voor iedereen. Toen de kerk uitgroeide tot een machtig instituut, kwamen hardnekkige patriarchale opvattingen vaak weer bovendrijven, maar de basis voor de westerse visie op het autonome individu was gelegd. Ideeën over lichaam en seks dankt de westerse wereld aan Joodse en Griekse tradities. Het jodendom interpreteerde naaktheid als statusverlies: wie naakt was, vernederde zich tot slaaf of prostituee of krankzinnige. De Grieken lieten de mensheid hun idealisering van het naakt na, maar er was ook een heel andere Griekse opvatting. Dankzij de filosofie van de Stoa (300 v. C.-250 n. C.), heerste in de laat-klassieke wereld ook het idee dat maagdelijkheid mensen 'zuiverder' maakte. De Stoa bepleitte zelfbeheersing en onthouding in plaats van seksueel genot, drank- en vraatzucht. Buitenechtelijke seks werd veroordeeld en de olifant werd de mens tot voorbeeld gesteld, omdat dit dier maar eens in de twee jaar paarde. Het huwelijk was voor wie niet zonder lust kon leven, maar niets was weerzinwekkender dan 'de liefde bedrijven met je eigen vrouw alsof ze een echtbreekster was', schreef Stoa-aanhanger Seneca, een tijdgenoot van Jezus. Het is veelzeggend dat paus Johannes Paulus II in de twintigste eeuw hartstocht afserveerde als 'echtbreuk met je eigen vrouw'.
Zonder gêne
In de tweede eeuw noemde Galenus, de beroemde Griekse lijfarts van keizer Marcus Aurelius, de christenen voorbeeldig vanwege hun seksuele matigheid; anders dan hij geloofden zij dat afzien van seks de mens dichter bij God zou brengen. Het verplichte priestercelibaat is er een hardnekkig overblijfsel van. Vroege christenen hadden zeker geen lichaamsvijandige ideeën. Nieuwe bekeerlingen gingen in het bijzijn van medegelovigen zonder gêne uit de kleren voordat ze naakt werden ondergedompeld bij de doop. Religies beïnvloeden hoe mensen naar hun eigen lichaam en naar dat van anderen kijken. 'Schaamte' verwees in orthodox-joodse (en latere islamitische) tradities bij mannen naar de genitaliën en bij vrouwen naar het hele lichaam. Dat moest steeds uitvoeriger bedekt worden om mannelijke opwinding te voorkomen. Er zijn verhalen over een 'heilige rabbi' die nooit naar zijn eigen penis keek en die ook nooit aanraakte. Het leven van de gelovige is niet altijd eenvoudig. Ook kerkvaders als Tertullianus (160-230) vonden dat een vrouw die zich liet zien, er zelf voor koos 'zich te prostitueren', want alle vrouwen deelden in de verleidingsmacht van voormoeder Eva en dat maakte sluiers noodzakelijk. De inperking van vrouwen in de drie Boekreligies onthult peilloze mannelijke angst voor het onvoorspelbare gedrag van de penis. Tegelijkertijd werd mannelijk gezag voorgesteld als vanzelfsprekend. Kerkvader Augustinus (354-430) meende dat de man geschapen was om over de vrouw te heersen, 'zoals de geest over het vlees heerst'. Hij seksualiseerde de zonde en op den duur werd het oorspronkelijke christelijke verhaal over keuzevrijheid, zelfbeheersing en verantwoordelijkheid vooral een verhaal van onderworpenheid aan zonde - en zonde hing samen met seks en genot. Terwijl Jezus juist het stenigen van overspelige vrouwen had bekritiseerd, want iedereen had wel eens last van opwinding of een overspelige gedachte. Dat de christelijke overlevering zelf ook met opwinding heeft geworsteld, daarvan getuigen de voorbeelden van kluizenaars die zichzelf tuchtigden en van ascetische maagden die hun lijf uitmergelden totdat hun borsten verlepten en hun menstruatie opdroogde - om eigen lust uit te blussen, maar vooral om geen lust meer op te roepen bij de andere sekse.
Beschaamd
In een beroemde passage in 'Over de Stad Gods' verwijst Augustinus naar Adam en Eva die vóór de zondeval naakt in het paradijs verbleven en niet beseften hoe gezegend ze waren, toen lichaamsdelen nog niet 'buiten hun wil om in beweging kwamen'. Na de zondeval "voltrok zich in de bewegingen van hun lichaam iets schaamteloos nieuws dat hun naaktheid schaamtevol heeft gemaakt; en toen ze dit opmerkten waren ze beschaamd." Volgens seksuoloog en psycholoog Havelock Ellis bedoelde Augustinus dat er in het paradijs geen ongewilde erecties bestonden. Voor die oncontroleerbare mannelijke beweeglijkheid - het bleef een zonde, ook al overkwam het je zonder dat je er veel aan kon doen - werden vooral vrouwen verantwoordelijk gehouden. Het blijft verbazen dat zoveel vrouwen zich eeuwenlang die visie hebben laten opdringen, een visie die hun eigen vrijheid zo dramatisch heeft ingeperkt. Flinke aantallen gingen een stap verder door de hele verantwoordelijkheid voor mannelijke opwinding op te eisen, 'omdat mannen nu eenmaal beesten zijn'. Veel comleet bedekte moslimvrouwen geloven dat ook nu nog. En dat geldt ook voor sommige ultraorthodoxe Joodse Haredivrouwen die menen dat zij 'mannen van zichzelf redden' door niet langer alleen hun lijf, maar ook hun gezicht te verbergen. Is dat extreme onderworpenheid of ijdele arrogantie? Waarom klinkt er zo weinig protest tegen dit veronderstelde brevet van mannelijk onvermogen om de eigen penis in toom te houden?
Corpus delicti
Met vallen en opstaan leerde de westerse samenleving dit absurde denkpatroon los te laten. Net als de op zelfdiscipline gerichte Griekse Stoa deed het vroege christendom een appèl op zelfbeheersing van de mens, met veel nadruk op individuele verantwoordelijkheid. Godzijdank heeft iedereen hier nu gelijke rechten, en mag niemand de verantwoordelijkheid voor eigen opwinding afschuiven op de persoon aan wie hij (of zij) zich vergrijpt. Dat willen de meesten van ons graag zo houden. In de islamitische overlevering is de welbekende visie op het corpus delicti als volgt vastge legd: "Als het mannelijke orgaan zwelt, is dat een alles overweldigende catastrofe: eenmaal op gang gebracht, kan geen rede of godsdienst daartegen op, want dit orgaan is machtiger dan alle middelen die Satan tegen de mens inzet." Deze bekende uitspraak komt van Ibn Abbas (566-653), een gerespecteerde metgezel van de profeet Mohammed en kenner van de tradities. De opvatting dat mannen tegenover deze 'catastrofe' machteloos staan geniet nog volop gezag. De vermeende oplossing voor dit euvel staat op een poster met twee lolly's, de ene in cellofaan verpakt, de andere niet. In Cairo zag ik die een paar jaar geleden voor het eerst. Op de onverpakte lolly komen vliegen af en de boodschap blijft dat vrouwen die lastiggevallen worden, dat in de eerste plaats aan zichzelf te wijten hebben. Dankzij Saudische oliedollars circuleert deze boodschap nu wereldwijd, ook in het Westen.
Vrijbrief?
Op de Nederlandse versie staat: "Bedek jezelf. Je kunt ze niet vermijden, maar je kunt jezelf wel beschermen. Jouw Schepper weet beter wat goed is voor jou." Het klinkt als een vrijbrief voor mannen om zich beestachtig te gedragen tegenover vrouwen zonder hoofdbedekking: die lijken voor het grijpen, en dat is precies wat in steden als Keulen en Cairo gebeurt. Maar een redenering die mannen associeert met weerloos ongedierte is ook een grievende belediging voor de helft van de mensheid. De naïeve veronderstelling dat bedekte vrouwen vanzelf gerespecteerd worden klopt helaas niet met de werkelijkheid in islamitische samenlevingen. Uit onderzoek in een land als Egypte (2011) blijkt dat acht op de tien vrouwen seksueel waren lastiggevallen, meer dan 70 procent van hen met hoofdbedekking of zelfs in nikaab. In The New Statesman reageerde onlangs een moslim verontwaardigd op de onder zijn conservatieve geloofsgenoten nog steeds buitengewoon populaire lollyboodschap op sociale media. "Als moslim", schrijft deze Ro Waseem, "heb ik het helemaal gehad met onze bedekkingsobsessie." Hij pleit ervoor vrouwen eindelijk "niet langer vast te pinnen op hun uiterlijk en hen niet langer te verlagen tot objecten die hoofdzakelijk dienen als toegang tot seks... Dat zal ons verbazingwekkend ver brengen."
Sekseverschillen
Zulke uitspraken zijn hard nodig in de hedendaagse samenleving. Hoe meer nadruk op ieders eigen verantwoordelijkheid, des te minder wordt verplichte hoofd- en lichaamsbedekking van de andere sekse een obsessief punt van seksuele aandacht. De nadruk op sekseverschillen en de mythe van het onbeheersbare mannenlijf hebben altijd in dienst gestaan van politieke en religieuze systemen die vrouwen kleineerden en marginaliseerden. Gelovige moslims, mannen en vrouwen, kunnen die doodlopende straat van binnenuit openbreken - een urgente taak. Ook de kerk heeft bijgedragen aan de dominante positie van de man, telkens wanneer vrouwen te horen kregen dat ze aan hun echtgenoot onderworpen moesten zijn en zich bij voorkeur niet in de openbare ruimte moesten laten zien en horen. In de westerse samenleving is het bon ton om negatief te doen over 'de kerk', vooral bij een gefrustreerde generatie die zwaar te lijden heeft gehad onder taboes op lijf en seksualiteit. Die frustraties zijn inmiddels weggeëbd, maar het is een slecht idee om het kind met het badwater weg te gooien, want het morele fundament van onze verworven vrijheden wortelt diep in het vroegste christendom, waar mannen en vrouwen elkaar respecteerden als gelijken. De oude mythe van de onbeheersbare penis moet verdwijnen en er moet flink opgevoed worden. Mens-zijn is meer dan het willoos achternalopen van instincten. De cultuurgeschiedenis laat dat op allerlei manieren zien. Zelfs volken die (tot voor kort) naakt liepen, verboden een zichtbare eikel in de openbare ruimte en om aan die eis te voldoen namen mannen hun eigen verantwoordelijkheid: door een touwtje strak om hun voorhuid te binden of een penishouder te dragen. De Griekse Stoa en vroegchristelijke gemeenschappen legden de nadruk op zelfdiscipline, de menselijke wil en persoonlijke verantwoordelijkheid. Die boodschap klinkt door in de oude wijsheid die Friese vaders hun zonen meegaven als ze een avondje gingen stappen: 'Hou God voor ogen en de broek dicht.' Misschien iets voor posters nieuwe stijl?
.